zaterdag 19 maart 2011

Eeuwige lente ('n gouwe ouwe)

Voorruitblik op de eeuwige lente

Ons vooruitzicht is mooi en lelijk tegelijk. Wij gaan wéér verhuizen. Inpakken, wegwezen, sjouwen, meenemen, weggooien. Je huis kwijt zijn, de weg zoeken. Tandenborstel foetsie, sleutels spoorloos. Misverstanden. Mis? Verstanden! Grrr.
De datum van overstap maakt veel goed : 1 april. Humorvolle berichten uit De Bilt prikkelen, Krolse lente is in aantocht. Primavera, prima Erna. Zij en ik op weg naar zon, zee, strand en gezonde buitenlucht onder de rook van Hoogovens. Corus. Ta-tá. We verkassen naar het Heemskerkerduin, grapje van tijdelijke aard.

Maar meteen op 2 april een bliksemstart naar het ‘Eiland van de eeuwige lente’, voor twee weekjes naar de resten van het verloren continent Atlantis. Dat is héél mooi, weten we van horen zeggen. Eerder bezochten we Canarische eilanden als La Palma en La Gomera. Wandelen, uitrusten, genieten. Naar onze mening zijn Gran Canaria en Tenerife een ander verhaal. Vakantiedorpen als Playa de las Americas en Costa del Silencio, speciaal opgezet voor toerisme naar zon, zee en strand, vormen een wereld op zich. Onze wereld wil geen balkon met zicht op de landingsbaan. Bruinbakken op kunstmatig aangelegde witte zandstranden is niet ons stiel. Ons vermaak ligt niet in groene velden waar vakantiegangers en masse bananen plukken, of op besneeuwde berghellingen waar zij groepsgewijs met sneeuwballen gooien en op plastic zakken naar beneden sleeën.
Wij zoeken liever de eenzaamheid van diepe kloven door verkoold basalt, zoals Barranco del Infierno of Barranco de Masca, met het dorpje Masca midden in een berglandschap vol spelonken. Daar kan ik de Guanches, de oorspronkelijke eilandbewoners, imiteren door in één keer over smalle ravijnen te springen. Wij plukken bij voorkeur panorama’s van de ontoegankelijke eilandjes voor de kust, waar gevederde vogels vredig door het luchtruim glijden, spottend naar een plek om te nestelen.

Dus vliegen we tóch naar Heilig Kruis – Tenerifes hoofdstad Santa Cruz -, om ons in het noorden aan authentieke, karaktervolle plaatsjes vast te klampen. We verblijven in Garachico, dat een charmant vissershaventje herbergt. Ooit lag hier de rijkste handelshaven van het eiland, maar in 1706 is Garachico tijdens een vulkaanuitbarsting door lavastromen vrijwel verwoest. Een verkoelende duik is mogelijk in een van de natuurlijke rotsmeertjes met oceaanwater.
Zonder twijfel zullen we de botanische tuin van Puerto de la Cruz aandoen, waar Erna mij in Latijn strelizia, jasmijnboom, mimosa en bougainville kan doceren. Natuurlijk slaan we, drankzuchtig als we zijn, Icod de los Vinos niet over. Op de meer dan drieduizend jaar oude drakenbloedboom bij dit wijnstadje brengen we een toost uit. “Op uw gezondheid, Drago Milenario, nog langer zal u leven”.
Aswoensdag is al gepasseerd, anders zou ik me als getuige hebben gemeld voor het uitbundige drank- en dansfiësta in Santa Cruz’ binnenstad ter afsluiting van het carnaval. Salsa en samba met carnavalskoninginnen, die zich voor de laatste keer aan het grote publiek vertonen. Tot besluit sturen de Tinerfeños – bewoners van Tenerife dus - een reusachtige sardine feestelijk en onder luid geweeklaag naar het hiernamaals. Het zijn heidense rituelen in de wortels van het carnaval, waarmee het ontwaken van de lente wordt begroet.
We zijn present in de Semana Santa en lopen dus tegen een paasprocessie op. De mooiste schijnt door het oude centrum van La Laguna te kruipen. Ik probeer in deze universiteitsstad een broederschap te sluiten met in kapmantels geklede religieuzen en groepen boetelingen, om achter hun drijfveren te komen.
In de steile straten met statige huizen van La Orotava, de mooiste oude koloniale stad van de Canarische eilanden, lopen onze dichtgeknoopte wandelschoenen vol sapresten - transpiratievocht - alsof we blootsvoets druiven hebben geperst. Het lijkt een openluchtmuseum van de huisarchitectuur. Typisch Canarisch houtsnijwerk zal hier aan Erna’s vader doen denken, die gutsend mooie sculpturen uit boomstammen wist te toveren. Nog altijd gaan wij thuis iedere ochtend gebukt op de glanzend houten zetel, die al jaren een markante plek inneemt. Gloedvolle herinnering aan Jaap, die vol scheppingsdrift veel fraais uit beuken, grenen, noten, kersen kon creëren. Hij zou de mooie Orotava-vallei hebben moeten zien, met groene bomen en vlammend rode struiken, waartussen - dit weer speciaal voor Erna - gevarieerde bloemenpracht in alle geuren en kleuren. De avond in de plaatselijke ‘Piramide’ zou speciaal voor mij kunnen zijn, met het verhaal van Don Quichote. Het zal niet gebeuren, denk ik, want ik ben voetballer en dit is ballet.

Natuurlijk gaan we op Tenerife de vulkanische berg Pico del Teide verkennen, 3.720 meter hoog. De keuze is krap: klimmen of kabelbaan. Onze kennis van duin-, zee- en weidevogels kunnen we uitbreiden met een uniek bergexemplaar, ‘El pajaro del Teide’. Deze Teidevogel komt alleen hier voor. We zullen Loro Parque vast overslaan, Europa’s grootste natuurlijke papegaaientuin met dolfinarium. We kunnen altijd nog op een hoogtijdag naar Harderwijk. Verleidelijk lijkt wel de welkome verkoeling van het bos van ‘Monte de las Mercedes’. In deze koele donkere wereld staan hoge laurierbomen, beuken, pijnbomen, eucalyptussen en opnieuw vele wilde bloemen. De gedachten gaan bij zo’n bezoek naar down under, waar koala’s de eucalyptusbomen bevolken. De Spaanse geurgombomen zijn van een andere soort, niet appetijtelijk genoeg voor de op Tenerife afwezige troeteldiertjes.
Down under, waar de wildflowers voor bodembedekkende kleurenvensters zorgen. In onze ‘Australian mind’ pakken we op Tenerife misschien toeristisch uit met een ‘Piratenvaart’ langs de zeshonderd meter hoge rotswand bij Los Gigantes of trakteren we onszelf op een walvis- en dolfijnexcursie. Je weet maar nooit.

Wat ik wel weet: het is een mooi vooruitzicht. Naar de eeuwige lente in een subtropisch klimaat, met een lekker temperatuurtje rond twintig graden Celsius. Weinig regenval, en over het algemeen een opwekkend briesje, hier komend uit het noorden.
In Garachico aan Tenerifes noordkust zullen we wegdromen bij het geruis van de sterke branding, waar ik zo van hou om in te whirlen en te woelen. Met als aansluitend vervolg de zomerse voorruitblik vanuit huize ‘Bekijk ‘t’ aan de Hondsbosseweg in ons stille duingebied. Blik door het huiskamerraam op ons knusse lage landje aan de spiegelgladde Noordzee. In afwachting van de volgende verhuizing, maar ook van volgende vakanties. Mooi en lelijk tegelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten