woensdag 5 september 2012

Over de dijk naar de Oostvaarders

Voor maandag 3 september 2012 was schitterend, zonnig en vooral droog najaarsweer voorspeld. Goeie redenen voor mij om op mijn nieuwe fietsie te proberen Lelystad te bereiken en mijn nicht Ria en haar Cor weer eens live gedag te zeggen. In huize Rinkema word ik altijd hartelijk en gastvrij ontvangen, daarvoor hoef je geen Vrienden-op-de-Fiets te zijn. Om kwart over negen vertrok ik in zomers luchtige fietskledij vanaf de Hogeweg in Limmen, dat wil zeggen zonder jack in mijn rugtas. Vrij snel ontdekte ik dat het nog fris was, omdat de zon door de sluierbewolking onvoldoende kracht uitstraalde. Na ruim een uurtje flink door- en daarmee warm trappen, meldde de vuurbal zich volop en kon ik genieten van mijn zweetdruppels.

Schermerhorn liep voor mij uit ...


... als een oase van rust
... aan de voet van de dijk zicht op IJsselmeer ...



... met de mooiste bootjes

Ik kan niet zeggen dat het op de dijk van Enkhuizen naar Lelystad gezellig was. Op twee individuele fietsers na, die mij tegemoet reden, kwam ik geen enkel ander mens tegen. Een dertigtal kilometers met tegenwind pedaleren vraagt zo nu en dan om wat afleiding. Lust om bij Checkpoint Charlie iets te nuttigen had ik op moment van voorbijkomen evenmin, dus ... verstand op nul en blik op oneindig. Slechts de vogels trokken wat aandacht, verstoord door vliegen die af en toe in zwermpjes tegen mijn spiegelende voorruitjes van mijn licht beslagen, donkere zonnebril ketsten. Bek dicht, Samuel ... je hebt al ontbeten!



En ja hoor, hij zit er nog steeds, in Lelystad. 'De Hurkende Man' van Staal. Een handvol adorerende campers aan zijn voeten. Hij hurkt op de mooiste plek met glanzend uitzicht op een blauwe binnenzee, waar een witte en bruine vloot van zeiltjes aantoont dat Nederland echt een land in crisis is, ha ha.








De 'Batavia' ligt even verderop, ook nog steeds op zijn vaste plek. Altijd boeiend om te zien en te dromen over de goede oude zeevaarderstijd. Het belendende outletcenter 'Batavia Stad' is eveneens een stevig bewijs van de monetaire crisis: de betaald-parkeren-parkeerplaats staat bijna geheel gevuld met glanzend blik op vier wielen van mensen die de ballast in hun portemonnee overboord willen werpen in ruil voor kledij, schoeisel en wat niet al van een wereldberoemd beeldmerk. Je moet er wat voor over hebben om via je kledinglogo bij de mode achter te blijven. Want zo'n outletcentrum biedt nooit het nieuwste van het nieuwste. Daarom rijd ik eraan voorbij, fiets op mijn gemak over de Sluisbrug in het besef dat een kopje Pick Wick-thee (bekend merk van alle tijden) nabij is. Na precies vier uurtjes en 83,5 km druk ik op de huisbel van rustiek gelegen huize Rinkema aan de IJssellaan. Ik ben er en begeef mij tussen veel groen, waar nicht Ria verscholen op haar knieën onkruid aan het deleten is. Ze is blij dat ik ben gearriveerd en opgelucht dat ik haar van haar ecologisch verantwoorde klus afhoud. Meteen gaat ze een koppie thee zetten. Hmmm, heerlijk, heldere dorstlesser.



In de loop van de middag bezoeken wij haar echtgenoot Cor in zijn werkplaats van Lelystad Staalbouw, waar we in de theepauze ter plaatse op een zonovergoten pauzeplek opnieuw een kop dampende thee krijgen voorgezet. In de grote hal werp ik een bewonderende blik op het staalvakwerk, waar Cor jr. druk doende is een grote dieseltank van een streekbus te repareren. Hoe krijgt een buschauffeur daar in vredesnaam zo'n buts in aangebracht, vraag ik u af.



Ria leidt mij naar de zeven kippetjes van Cor sr., waar een bijzonder fraaie haan fier aan het hoofd van zijn harem staat te pronken, om mij vervolgens achterom door een flink stuk grasland naar een trio bijzondere schaapjes te voeren, dat onmiddellijk verwachtingsvol op ons komt afgerend. Ik heb Cor jr. nog om de naam van de donkere 'wolsoort' gevraagd - hij noemde volgens mij een Franstalig 'merk' - maar dat ben ik (vermoeid door het fietsen) eenmaal thuis weer vergeten. Geeft niet, het zijn mooie, lieve beestjes, die naar zo'n vent in zijn fietsbroek toch met een zekere argwaan opkeken. Vooral natuurlijk omdat hij hen niets anders had te bieden dan een pol afgerukt gras. En dat kunnen ze zelf, zonder hulp, veel beter oogsten.





Na een overdadige, heerlijke warme maaltijd met Conimex' oppepper aan het eind van de middag restte Ria de plicht om een beginavonduurtje op haar kleinkinderen te passen. Drie dolle dotten van dochtertjes.
'Wegwijzer' Cor sr. loodste mij in de nazomerse vooravond met genoegen per auto een eind in de richting van Lelystad Haven en Oostvaardersdijk, opdat ik de volgende dag het juiste fietspad zou weten te vinden. Alsof ik op vakantie gegidst werd, hobbelde ik vorstelijk door een doodkalm gedeelte van Lelystad, langs alle mogelijke vormen van nieuwbouw aan het water, langs haventjes voor plezierjachten (hoezo crisis?) en bruine vloot, met aan de westelijke einder een gloedvol ondergaande knaloranje zon, die ik helaas niet op z'n mooist in mijn camera kon vangen.









Wij maakten een voor Cor noodzakelijke sanitaire stop en hielden even later voor onze gemoedsrust stil bij een bankje met uitzicht op de entree naar het rijke groen van natuurgebied 'Oostvaardersplassen', waar wilde paarden en ruige runderen hun rijk beheren. Tot mijn verbazing scheerde een aantal kiekendieven in vooravondlijke jacht naar voedsel vlak langs ons heen, anders dan mijn ervaring met sperwers en buizerds in het duingebied van mijn woonomgeving, waar de rovers er altijd schielijk vandoor gaan als ze mij zien.
"Dat zijn de kenmerken van Flevoland", zei Cor.
"Wat bedoel je?", vroeg ik.
"Die kiekendieven, dat zijn onze huismussen. Vind je het hier niet mooi?".
Ik kon hem alleen maar gelijk geven, ook al houd ik gevoelsmatig meer van het zee- en duinlandschap. Lelystadters hebben ook een prachtige hoeveelheid natuur om zich heen, waar het fantastisch recreëren moet zijn. Je moet er natuurlijk wel van houden, liefhebber zijn, wellicht een hond aanschaffen om je aan de wandel te dwingen. Sportieve lopers en fietsers heb je hier ook, al of niet in voorbereiding op Almere's triathlon.















Bij onze thuiskomst en die van Ria kreeg ik een family-dia-late-night-show via Ria's fotocamera op het tv-scherm voorgeschoteld, waarin mediterrane vakantiebelevenissen uit het voorjaar en verjaars- en bbq-partijtjes uit het najaar, de laatste met vooral stralend ogende kleindochter(tje)s, in een eindeloze reeks aaneengeregen waren.
Vermoeid voldaan kon ik mij laat op de avond in het mij vertrouwde logeerbed te ruste leggen om de volgende ochtend bijtijds en met frisse moed weer op te staan om de thuisreis naar Limmen te ondernemen.
Anders dan een voorgaande keer wilde ik nu voluit langs het water van het schitterende weer profiteren en de gehele Oostvaardersdijk afbeulen.

Waar Cor sr. als 75-jarige vroege vogel goeder gewoonte al weer (heel) vroeg met zijn leren tas met door Ria gesmeerde boterhammen naar zijn eigen bedrijf te werken was - ik moest vooral de groeten aan Erna doen (en heb dat ook gedaan, Cor) - genoot ik nog van een kopje koffie, een kletsie met Ria aan de keukentafel om opnieuw om kwart over negen mijn fietsbiezen te pakken. Ik wist dankzij het gidswerk van Cor mijn routing gemakkelijk en goed te vinden. Passeerde onderweg een drietal Zwitserse senioren op de mountainbike, die vanuit Lelystad hotelgewijze een tiendaags rondje IJsselmeer trapten, en beukte in rapper tempo dan deze bergbewoners met stevige zw-tegenwind door over een onafzienbaar glimmend, recht-toe-recht-aan fietspad door het vlakke laagland langs de tweebaans autoweg.
Aan mijn rechterzijde kabbelde het blauwe water, waarop in de verte de door de zon beschenen witte zeilen en zeiltjes steeds meer uit hun schuilhoeken tevoorschijn kropen. Vakantieseizoen ten einde, crisis nog volop aan de gang! En ik trapte door, en door, en door ... tot ik op de hoogte van Almere(-Buiten) door hekwerk en verbodsbord wegens Oostvaardersdijkwegwerkzaamheden gestuit stuitend naar het binnenland werd verwezen.
"G.dver de g.dver (a of o zelf invullen), moet ik tóch weer door die helse bebouwde kom van Almere Buiten en Almere Stad. Dat wil ik helemaal niet, dat vind ik écht niet leuk".





Je kan zo veel willen, niet alles is je gegund. Ik beet door en bereikte via een wat mij betreft minder geslaagde omweg toch mijn doel. Nogmaals, maar anders dan met dreinende regen, wilde ik Muiderberg en Muiden op mijn gemak doortoeren. Bij Muiderberg denk ik altijd aan Freek de Jonge, bij Muiden aan mijn jeugdige Amsterdamse schooljaren, toen we het Muiderslot aandeden.





Ik wist niet dat je, waar ik zoveel mogelijk de 'dijk' aanhield, hier zo veel strandjes hebt met een magnifiek uitzicht op het vertier op water, dichtbij en in de verte. Ik wist helemaal niet dat koning Richard in Muiderberg zijn Kasteel Krajicek bewoonde (crisis???), op een machtig mooie plek aan het water, met een machtig mooie lap grond eromheen, waar twintig Ria's en/of Erna's met hun groene vingers te weinig zijn om de groeiende flora enigszins bij te houden. Eén keer Wimbledon winnen en Nederland houdt zijn sportende 'toppers' wel degelijk in ere, op z'n Amerikaans, met een Daph-je ter aanvulling. Glamourland along the IJsselmeercoast.


Kasteel Krajicek
Ik streek even neer op het zonnig bevolkte terras van 'Ome Ko', de Waerdt van Muyden. Aan Muiders Herengrachtsluis werkte ik met een pilsje een broodje kroket en steeds terugkerende wespen weg. Natuurlijk verbrandde ik mijn verhemeltevlees weer aan de bloedheet gepaneerde, krokantbruine rolmops waar ik er wel tig van lust. Dat de-bek-verbranden leer ik nooit af, want ik beschik slechts over weinig geduld (vooral als ik lekkere trek heb). Een likkebaardende kraai landde op de rugleuning van een stoel aan mijn tafeltje, maar ik gunde hem niks. Ik mag kraaien niet, kraaien noch krajiceks. Zij hebben iets dat mij tegenstaat, wat dan ook.



Op de automatische piloot en soms wat richtingbordjes volgend koerste ik mijn slotetappe naar huis. De wind bleef dwars, tegen, dus het was echt doorbijten. De zon gloorde niettemin voluit, dat vergoedde veel. Langs de Diemer zeedijk, waar ik nog nooit was geweest, keek ik mijn ogen uit. Nieuwbouw van industriële aard (crisis, nietwaar) en hier en daar ook veel woningnieuwbouw, zoals ik uiteindelijk op weg naar Amsterdam CS langs het IJmeer ook veel splinternieuwe blokkendozen van dichtbij kon aanschouwen. Ettelijke vakantievierende passagiers bevolkten het voetpad naar de terminal voor cruiseschepen, waar zo'n groot drijvend flatgebouw aangemeerd lag. Zal ik met mijn fiets op mijn nek proberen te verstekelen? Ach nee, da's helemaal niks voor mij. Ik neem gewoon de heen-en-weer-pont naar Amsterdam-Noord. Ga heen.


Bij landing herken ik een deel van een route door de omgeving waar ik vroeger gewoond heb. Langs het ooit overstroomde Tuindorp Oostzaan bereik ik mijn oude woonplaats Oostzaan, vroeger een dorpie, nu tienduizend inwoners en zelfs een HEMA met een drietal restaurants en lunchrooms. Diepvrieskippenfokker Ruig kakelt er nog altijd, veel nieuwe vestigingen doen mij verbazen. Ik voel me niet meer thuis.
Ik omzoom het recreatiegebied 'Twiske' en hijg mij op afnemende krachten tegen de noordwester in door de Zaanstreek naar huis. Tot mijn verrassing passeer ik de Noordwachter, de flat uit de Chinese muur langs de snelweg, waarin ik op veertien hoog mijn toenmalige huwelijkse staat (ja ja, op voorwaarden) ben opgestart. Zo'n laatste bewoonde wereldgebied vol industrie met Forbogeuren uit Krommenie voorop, al hebben de kenmerkende groene Zaanse huisjes een zekere eigenheid, valt mij toch ook altijd tegen. Liever was ik door de Noord-Hollandse polders via Jisp en De Rijp en met het pontje bij Akersloot het kanaal overstekend gegaan - immers, leve de natuur -, maar dat kost nog wat kilometers extra. En op tijd thuis zijn om na een verfrissende douche Erna uit haar werk in eigen home welkom te heten heeft ook wel wat.
102 Kilometer na uitzwaai bij Ria in Lelystad zet ik mijn 'naked' stadsbike in de schuur. Hij heeft zonder tegenspartelen of -pruttelen perfecte dienst gedaan. Ik voel mij meer dan voldaan, ik hoop mijn fietsie ook.


Oostzaan: kerkje t.o. HEMA



Zaanse huisjes
'Morgenochtend weer gezellig met Erna een rondje joggen, het luie zweet eruit lopen'. Ik heb nog geen last van welke crisis dan ook. Ik beleef nog steeds veel genoegen aan mijn Route 66, waarin ik over de helft ben!

zondag 2 september 2012

Tortuga-spotters speuren vergeefs IJmuiden af

De eerste zondag van september 2012 bood uitstekend weer om per zeilboot de Noordzee van Groot Brittannië naar het vasteland van Europa over te steken. Een jaar geleden slaagden Corien, Erna en ik erin om op exact het juiste tijdstip (toeval!) zeezeiler Henk de Velde bij zijn thuisreis van een Never Ending Voyage in de haven van IJmuiden welkom te heten.
Dit keer gingen we naar de vissersplaats om Ronald en Marijke de Boer met hun catamaran 'Tortuga' na hun Britse rondreis van een warm onthaal te voorzien. Dat zij onze richting uitkwamen, was een zekerheidje, het tijdstip van aankomst echter niet. Nu liet het toeval ons in de steek. Wij zochten de IJmuider sluizen met zeemeeuwenogen af, begaven ons vervolgens naar de Marina, waar de jachthaven vol plezierjachten lag, maar ... het mocht niet zo zijn: bij de havenmeester had zich geen 'Tortuga' als binnenkomer aangemeld.

Om ons verdriet wat te laten bezinken, nestelden wij ons in het strandpaviljoen Zuidpier. We joegen er een Spa Rood, een Spa Blauw, een koffie, een broodje haring, een krabsalade met brood en een kibbeling met patat doorheen. Mijn haring drenkte ik als liefhebber in twee goudgele Skuum Koppe (heerlijke Texelse biertjes). Onrustig loerden wij met regelmaat langs de zeilen van kite- en strandsurfers naar het verre, grijze, ruime sop. Helaas ... ons restte slechts de IJmuider impressie van een nazomerse zondagmiddag, zonder dat wij verwanten in ons vizier kregen. Onverrichterzake moesten wij huiswaarts keren, waar wij via internet het bericht ontvingen dat de 'Tortuga' rond het eind van de middag de IJmuider Marina was binnengevaren ...











IJmuider troubadour Cornelis Vreeswijk uit Zweden spotte met ons mee

zaterdag 1 september 2012

Kom eraf, van dat dak

Ik had het Erna zo beloofd: eind augustus 2012 zit ons huis in de gewenste kleur verf. Het kostte enige halsbrekende toeren, maar ... het is gelukt. Onze kleurstelling is ietwat anders dan die van de buren, maar van het oceaanhemelse diepe blauw word ik vrolijker dan van de moderne trend, waarin ik nooit zo'n behoefte heb gehad om mee te lopen. Ieder het zijne, wij het onze. Over een jaar of vijf zien we wel weer!





Modern, maar somber




Eigen stijl, vrolijk






Trap(eze)werk, uitvalscherm als vangnet


 
De verf is droog, de regen mag vallen!