vrijdag 26 augustus 2011

Doldersum, parel in Drenthe

Aan de Andere Kant

Van maandag 29 augustus tot en met donderdag 1 september 2011 zijn Erna en ik - het wordt traditie - weer met Corien naar de mooie provincie Drenthe gereisd. Het is ons verjaardagsgeschenk aan Erna's onlangs in mei 80 jaar geworden moeder. Wij verbleven in Hotel-Restaurant Doldersum, een unieke stek in de parel van Drenthe. De mooiste gelegenheid om heerlijk te wandelen, onder meer door het nationaal park Drents-Friesche Wold.
Op de heenweg - we kozen voor de route over de Afsluitdijk - gingen wij eerst bij Jopie Huisman in het Friese Workum langs.



Aan It Noard 5, aan de Andere Kant, werd zijn Jubileumexpositie in het Sleeswyckhuys gehouden. Van april tot november is daar onbekend werk uit particulier bezit (ca. 160 schilderijen uit Nederland, België, Spanje) van Jopie te zien.


Met deze expositie tegenover het naar hem genoemde museum wordt geprobeerd een completer beeld van zijn werk en leven te geven. Jopie is bij het grote publiek bekend als de schilderende voddenkoopman. Maar hij schildert, tekent en ontwikkelt zich een leven lang.
Aanleiding tot de tentoonstelling 'De Andere Kant' is het feit dat het Jopie Huisman Museum in 2011 een kwart eeuw bestaat. De initiatiefnemers zijn Jacob Huisman, Jopie's jongste zoon, en diens neef Joop Huisman.






Als schilder is Jopie Huisman autodidact. Hij weet de mensen ademloos naar zijn schilderijen te laten kijken en te betrekken in zijn realistisch geschilderde , bijna volmaakte wereld van onvolmaakte en weggegooide materialen.
Veel werk uit Jopie's beginjaren is in particulier bezit, omdat hij bij feestelijke gelegenheden tekeningen cadeau gaf. Je zou het ook een soort ruilhandel kunnen noemen, heel gebruikelijk in vroeger tijd. Jopie betaalde zelfs belasting- en verzekeringsgelden met eigen werkstukken.
Jopie Huisman, geboren op 18 oktober 1922, overleden op 29 september 2000.






Natuurlijk slurpen we ook een kopje-koffie-met in Workum, op een voor Corien vertrouwd adres:



Binnen aan tafel v.l.n.r. C, P en E



Workum is een alleraardigst knus stadje, vooral als het er heerlijk rustig is, en dat is het nu:









Het Drentse landleven

Het is goed toeven in Hotel Doldersum, de sfeervolle pleisterplaats, waar wij ons onderdompelen in het ultieme Drentse landleven ...




... en in het restaurant voortreffelijk dineerden: een heerlijk Drentse weidevleesgerecht (entrecôte), speciaal voor ons bereid met verse produkten onder toezicht van de passionele chef-kok ...




Drenthe, waar natuur en cultuur (elkaar) raken

Ben en Mariska Dubbelman startten in april 2010 met Hotel-Restaurant Doldersum. Daarmee kwamen zij terecht in de provincie waar hun voorkeur naar uit ging. Aangetrokken door de prachtige omgeving en de vriendelijke bevolking.
Doldersum is een dorpje met veel boerenbedrijven. De weilanden omringen het lieftallige dorpje, daar weer omheen ligt enorm veel bosgebied met als bekendste het Drents-Friesche Wold. Op fietsafstand liggen onder meer Diever, Dwingeloo, Appelscha, Ruinen en Havelte.
Diever is bekend van de Shakespeare-openlucht-theatervoorstellingen (Hamlet). De voorstelling van woensdag 31 augustus, als wij in de buurt zijn, blijkt al geruime tijd tevoren uitverkocht, overigens net als alle andere voorstellingen. We gaan echter niet op de gok in de rij staan om in aanmerking te komen voor mogelijk geretourneerde kaartjes (Aan het ontbijt in ons hotel hoorden wij een bezoeker vertellen dat hij na afloop van de voorstelling bijna een uur onder de hete hoteldouche heeft doorgebracht om bij te komen van de geleden kou in de open lucht).



Het Drentse landschap is gezegend met een rijke cultuurhistorie en veel natuur. Wandelend door Drenthe beland je in een landschap waar hunebedden en grafheuvels al duizenden jaren hun vaste plaats innemen. Het soms sprookjesachtige decor van kronkelende beekjes, uitgestrekte heidevelden, kleine weilanden met houtwallen en eeuwenoude dorpjes kreeg gedurende vele eeuwen vorm in een voortdurende wisselwerking tussen mens en natuur.
Het grootste geluk van Drenthe was en is misschien wel dat het altijd relatief dun bevolkt bleef. In vergelijking met andere gewesten hebben steden eeuwenlang een ondergeschikte rol gespeeld. De landbouw was en is nog altijd een van de belangrijkste dragers van de Drentse economie. De ruimte, de stilte en hier en daar zelfs de duisternis maken Drenthe anders dan de rest van Nederland.


Poëtisch Drenthe

Drenthe. Rust en ruimte. Harmonieus landschap. Aantrekkelijk voor wandelaars. Drentse dichters proberen die rust, ruimte en harmonie in woorden te vangen. In hun eigen Drentse Toal.

Een wandelaar die een praatje maakt met een autochtone Drent of met een Drentse boer die op z'n land bezig is, zal het beamen. Het Drents heeft iets zangerigs, alsof de harmonie van het landschap doorklinkt in de taal van zijn bewoners.
Het is dus niet vreemd dat veel in Drenthe geboren en getogen dichters juist hun eigen taal hanteren wanneer zij over hun streek schrijven.

http://www.huusvandetaol.nl/
http://www.taolpaddrenthe.nl/

Drenthe (Marga Kool)


Nevel trekt lege
aover open laanden
onder zwaore ieken
kroept boerderijen in heur schulp
schuren trekt de scholders op
schuult in heur rieten kragen
de wiend geurt vlagen
bouw (=oogst), heui (=hooi), heide


d'aovendlocht bruit (=broeit) hoge
mak (=maakt) meinsen
töt kleine wilde dieren
jager en buit


verlangen
verlangen
zwaor klöpt het bloed


ie hadden wel geliek
mien liefste
het komp nooit weer goed

Netuurkundig (Oene Bult)


ik maek gien
gedichten
over de netuur;
zoks is,
mit alliend
de tael as ark,
onbegonnen wark;
de bossen
zingen
heur eigen lied,
en waeter
golft
alinea's
deur de tied,
zaand stoft
heufdstokken
bi'j mekeer,


de netuurkunde
gaddert heur
eigen gedicht,
zoas de
letterkunde
dat niet zicht


In cirkelgang (Miny Hofsteenge)

lop deur de bomen van dit bos
mien rooie draod, verscheuten deur de tied
de kleine voetstap ingeholden smaanks (=soms)
gien blad dat ritseln much, gien takkie knaarpen
fazant en ree mienden zuch onbespied
al zungen vogels 't hoogste lied ...

Haarfst (Jannie Alberts-Hofman)

Roem (=ruim) ligt de es, verstild van kleur
De dag leg kaolderig de haand
over het roege stoppellaand
waorboven wind en wolken ... reur (=druk, woelig)


Het riepe zaod lig op de deel
- De aoren schudt de körrels of -
De peerde, dampig nog in 't zeel
staot snoevend, wachtend in de hof


Nog ienmaol trekt de leide (=leidsel) an
Onrustig jag de körte tied
- Zoveul dat in de harfst vergiet -
Nog wacht het wark, kom volk ...
verdan (=verder, voorwaarts)




Drents-Friesche Wold-wandeling (5 km)

Deze eenvoudige wandeling, ´Vennenwandeling´ geheten, gaat over voornamelijk brede paden en lanen door afwisselend loof- en naaldbos. Je komt ook langs twee mooie vennen. De bossen waar je doorheen wandelt, maken deel uit van het Drents-Friesche Wold. Dit is met een oppervlakte van zesduizend hectare bos, heide, grasland en stuifzand een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Nederland. Het gebied is een Nationaal Park, dat aan weerszijden van de Drents-Friese provinciegrens ligt, tussen Diever en Appelscha. Het doet zijn naam eer aan, want de bossen van het Wold nemen het grootste deel (driekwart) in beslag (productie-naaldbossen). Om de vijf jaar wordt een perceel bos uitgedund. De bomen die blijven staan, kunnen daarna extra groeien en zichzelf uitzaaien. Dit proces heet natuurlijke verjonging. Door in Nederland zelf hout te produceren is import van tropisch hout minder hard nodig.
Bij het beheer van de bossen wordt er tegenwoordig ook voor gezorgd dat de aantrekkelijkheid niet te veel onder de productie lijdt. Zo wordt een kwart van de bossen bijna geheel aan de natuur overgelaten.
Door haar afwisseling en enorme uitgestrektheid is het Drents-Friesche Wold een ideaal wandelgebied voor iedereen die van rust en natuur houdt.
Overigens is het nog maar zo'n honderd jaar geleden dat hier een totaal ander landschap lag. Toen zag men voor zo ver het oog kon reiken stuifzanden, heidevelden en veengronden. Vanaf het einde van de negentiende eeuw werden deze 'woeste gronden' met miljoenen bomen beplant. Tussen 1920 en 1940 werden hiervoor, in het kader van de werkverschaffing, massaal werklozen ingezet.











Wandeling langs 'Het Doldersummerveld' (7 km)

In Drenthe zijn nog maar een paar echt grote heidevelden over. Het Doldersummerveld is er een van. In drie decennia ontwikkelde het zich tot een van de waardevolste vochtige heidevelden van Nederland.







Wij volgden de wandelroute van zeven kilometer, die door paaltjes met paarse koppen (hoe toepasselijk langs de bloeiende heide) is aangegeven. Onze leeftijd vormde voor de wandeling van zo’n twee en een half uur geen belemmering, wat vooral voor Corien (80) een grootse prestatie mag worden genoemd.

De route was goed te belopen, ten dele zelfs via een verhard fietspad te doen. Vanaf de Huenderhoeve, een prachtig (onbemenst) informatiecentrum van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ liepen we langs de weg in de richting van Wateren. Links van ons het Doldersummerveld (van Het Drentse Landschap) en rechts het Wapserveld (van Natuurmonumenten). Deze twee grote heidecomplexen maken deel uit van het Nationaal Park Drents-Friese Wold.
In totaal is zo’n vijfhonderd hectare omrasterd, waarbinnen schapen en runderen grazen om vergrassing door het pijpenstrootje (Molinia) en bosopslag tegen te gaan. Vanuit de schaapskooi naast de Huenderhoeve gaat de scheper vrijwel dagelijks met zijn kudde Drentse heideschapen het veld op.
Gelet op de hoeveelheden pijpenstrootje heeft de kudde van scheper Homan de komende jaren voldoende dagwerk …

Het Doldersummerveld is geen vlak terrein. Zandruggen en laagtes wisselen elkaar af. Op diverse plaatsen zijn stukken die tot op de bodem zijn kaal gemaaid. Dit ‘diepmaaien’ is een goede, relatief goedkope methode om de heide nieuwe kansen te geven.
Wij proefden de sensatie van de ‘leegte’ van de heidevelden die tot in de twintigste eeuw een groot deel van Drenthe bedekten. Geen mens liep ons hier in de weg!










De meeste Drentse hei is ontgonnen tot landbouwgrond en produktiebos. Ook een belangrijk deel van het Doldersummerveld is lange tijd met bos bedekt geweest. We zagen hier en daar de overblijvers: stobben van omgehakte bomen die boven de grond uitsteken.
Het bos in het voormalige stuifzandgebied heeft zich in de loop van de tijd tot een ‘Drents bos’ kunnen ontwikkelen, met vele eiken, berken en elzen.
Door de vergrassing terug te dringen kon het Doldersummerveld steeds natter worden. De oorspronkelijke dop- en struikhei heeft zich weer voluit ontwikkeld. In het veld komen liefst twintig in Nederland zeer zeldzame plantensoorten voort. Opvallend zijn onder andere beenbreek, ronde en kleine zonnedauw, moeraswolfsklauw, witte snavelbies en klokjesgentiaan.
Een oud verhaal wil dat ‘Narthecium ossifragum’ (os=been, frango=breken; beenbreek dus) een giftige stof bevat die ervoor zorgt dat runderen en schapen die de plant veelvuldig eten, gemakkelijk hun poten zouden breken. Waarschijnlijk zegt dat breken van de poten echter meer over het verzwikken en wegzakken in het natte, zompige milieu waar beenbreek zich het beste thuisvoelt.

Opvallend onopvallend is de uitkijktoren aan de rand van het Doldersummerveld.





Het is een nagebouwde toren van die uit het Poolse Nationale Park Biebrza, eenvoudig van constructie, uit natuurlijke materialen.
Met zijn drietjes genoten wij bovenop – dertien meter hoogte, bereikt via de laatste smalle trap – van een fantastisch uitzicht.    


Bezoekerscentrum




Schaapskooi








Fijnproevers op de heide
In oostelijk Drenthe was de Schoonebeker vanouds hèt heideschaap. Op de zandgronden in de rest van de provincie liep het Drentse heideschaap, het enige heideschaap in Nederland dat horens draagt. Alleen al om dat laatste is het niet te verwarren met de Schoonebeker.
Wat de Schoonebeker bijzonder maakt, is dat het het grootste Nederlandse heidenschapenras is. Zijn lange, kortbehaarde poten maken hem erg geschikt om door de ruige hei te banjeren. Ook zijn flink bewolde staart is lang. De vacht is langharig en doet grof aan, niet geschikt om een dekbed mee te vullen.
Een heideschaap moet wel over bijzondere eigenschappen beschikken. Het ruige, schrale terrein is geen vetpot. De Schoonebeker is een schapenras dat het juist van dergelijk terrein moet hebben. Het is een sterk ras. Ook omdat het aflammeren in de regel probleemloos verloopt, hoeft de scheper  er nauwelijks naar om te kijken.
Inmiddels lopen er weer zo’n tweeduizend Schoonebekers in Drenthe, waarvan een gedeelte in het Doldersummerveld.




Wij hebben, hongerig van onze wandeling, zelf trouwens ook als fijnproevers opgetreden. Niet alleen in onze Doldersumse residentie, maar ook in Restaurant Jachtlust om de hoek. Hier genoten we in de voorzaal - het was geen weer om buiten op het 'Wiebelwagen'-terras plaats te nemen - van een heerlijke maaltijd, uitmuntend vrolijk bediend door een aldoor lachend 'Moppie'.




Hoekje om: Doldersumse Brink


Twee 'moppies'
Vledder, verrassende valse kunst met mosselen

Vledder is een esdorp met een mooie brink en een bijzondere 15e-eeuwse gotische kerk met een zadeldaktoren uit de veertiende eeuw.
(Vledder is onder voormalige dienstweigeraars een begrip. Tussen 1945 en 1970 werden zij zo´n drie jaar naar dit oord verbannen. Bij wijze van vervangende dienst werden de heidevelden met de spade in de hand omgespit en genivelleerd).



Wij gingen in Vledder gewoon een hapje eten, in multifunctioneel centrum 'De Tippe'. We zaten in café-restaurant 't Andere Hoekie, onderdeel van het geheel, zeg maar aan De Zelfde Kant, pal naast de brink op het Lesturgeonplein.


Er valt hier op kunstgebied nóg iets te ontdekken. Verrassing! Vledder heeft zijn laagdrempelige Museums Vledder met een geheel eigen aanpak, waar geen eerbied voor de hogere kunst heerst. Integendeel, de benadering is uiterst gezellig. Onder het motto 'Ga nooit op reis zonder koffer met dromen' gingen wij er binnen alsof we vrienden waren. 
In Museums Vledder kun je lachen, je kunt je er verbazen en je kunt er ook nog wat leren. Als je wilt - wij wel - krijg je een gratis rondleiding met uitleg over alles wat moeilijk is in de moderne kunst. Uiteindelijk is er maar één Museum Valse Kunst in de wereld. Dat staat dus in Zuidwest Drenthe in het fraaie brinkdorp Vledder. Hier kun je de Mona Lisa aanraken en van heel dichtbij bekijken. Dat zal je bij de echte in het Louvre te Parijs niet lukken. Er zijn meer valse Van Gogh's dan echte. In de wijd en zijd bekend staande rondleidingen leer je hoe je echt van vals moet onderscheiden. Het t.v.-programma 'Tussen Kunst en Kitsch' valt daarbij in het nietsch. 

In hetzelfde museumcomplex waar 'valse kunst' wordt getoond bevinden zich het Museum Hedendaagse Glaskunst, het Museum Hedendaagse Grafiek, een beeldentuin en een flinke museumwinkel. 

'Portier' uit China







Uitleg van de deskundige
 ... maar goed, zoals gezegd, ook in Vledder lieten wij ons culinair verwennen: het mosselseizoen was weer begonnen, dus ...







... kunst ...

... en nog een beetje kunst ...

... nou ja, kunst? ...



Zeemuseum Miramar
Op reis door Drenthe vind je nergens de zee. Toch herbergt Vledder al sinds 1965 een zeemuseum met een unieke verzameling zeecuriosa. Miramar is een museum met een verhaal.
De duizenden soorten schelpen, koralen, vissen en andere zeedieren die in Miramar worden tentoongesteld, zijn over de hele wereld verzameld door een bijzondere vrouw, mejuffrouw Jeanne A. W. Warners (1899-1986).
Tot haar zesentachtigste struinde de ‘blauwe dame’ de kusten van alle wereldzeeën en oceanen af. Zij sleepte de gevonden schatten in grote hutkoffers mee naar haar museum in Vledder. Na haar dood is Miramar in stand gehouden en uitgegroeid tot een modern museum met een intieme sfeer.





Verjaarscadeautje voor Erna?
 Dwingeloo, op de weg terug

Nog even snel een ansichtkaartje, souveniertje en geschenkje kopen. Dat gebeurde in Dwingeloo, waar de cappuccino smaakte, de brink uitvoerig gerenoveerd werd en ik tot mijn verrassing het echtpaar Diddens uit Heiloo in zijn camper tegen het lijf liep. De 'wereld' blijft klein, waar je ook komt ...




Wéér twee 'moppies'

Art Garden Drenthe

Op onze thuisreis zijn we bij galerie, model- en beeldentuin 'Art Garden Drenthe' langs gegaan. Dit adres aan Honingvlaken 10 in (beter gezegd buiten) Dwingeloo had Erna's aandacht getrokken in de folder 'En Route' over KUNST in Zuidwest Drenthe.
Het was zeker de moeite waard, want Art Garden Drenthe is een bijzondere combinatie van kunst en natuur. Op een oppervlakte van zestienduizend vierkante meter bezochten wij de binnen-expositie (250 m2) met werk van eigentijdse Amerikaanse beeldende kunstenaars.
Wij hadden niet alle tijd van de wereld en lieten derhalve het ruim negenduizend vierkante meter grote park van veertig modeltuinen met beelden en objecten van moderne signatuur voor wat het was, net als het zesduizend vierkante meter metende ruimtepark met verrassende presentatie.
















Herderin en Hurkende Man

Omdat we besloten hadden op de terugreis een andere dijk van een weg dan de Afsluitdijk te nemen, namelijk de dijk Lelystad-Enkhuizen, belandden we onder meer in het Overijsselse Hasselt, waar niet alleen de kermis hoogtij vierde, maar waar zich in de Hoogstraat ook een culinair centrum bleek te bevinden. We waren aan onze lunch toe en stapten 'De Herderin' binnen. De ober - een echte met een 'horeca'-snor, al 26 jaar in functie, dat wil zeggen de man - liet ons van gezond belegd bruin brood genieten, waarbij bij mij het Duveltje (een double) in de smaak viel.






Voldaan keerden wij huiswaarts via de langgerekte dreven van de Noordoostpolder, langs de nog steeds hurkende man, over Noordhollands dreven, om dit keer bij Restaurant Tumi in Heiloo ons debuut te maken. Gelukkig traden wij tijdig binnen, want driekwart van de tafels was gereserveerd. Vijf minuten na onze entree was er geen tafel meer vrij.
Ons vierde 'traditionele' avontuur in Drenthe werd op de juiste wijze afgerond. Mmm en prosit. Na Norg, Zuidwolde en Orvelte is ook een midweeks verblijf in Doldersum prima bevallen. En vooral belangrijk ... voor vervolgherhaling vatbaar!!!