woensdag 30 januari 2013

Kukelores auf Gran Canaria



Als je alles van te voren weet, kun je voor een dubbeltje de wereld rond. Wij wisten niet alles van te voren, legden onze overgebleven Cubaanse dubbeltjes op hun kant en vlogen opnieuw naar de zon. Voor enkele kwartjes - nou ja, enkele ... - huisden we in Hotel IFA Beach te San Agustín op Gran Canaria. Om uns're Freunde Renate und Michael weer eens te treffen. Met in hun midden de voor ons tot dan onbekende, maar van uiterst droge humor voorziene Manfred, auch aus der Gegend von Neurenberg. Nicht alles war Kukelores, maar we hebben toch zeer veel gelachen. Mit Bier, Wein, Weiber,Tanz und Gesang.


... die Renate ...


... der Michael ...

... der Manfred ...

... die Erna ...

... el Pedro ...

















Gran Canaria, continent in het klein
De Canarische eilanden liggen zo’n duizend kilometer ten zuiden van het Iberisch schiereiland, slechts tweehonderd kilometer van de Afrikaanse kust. Vanaf Nederland is het ongeveer 4,5 uur vliegen naar Gran Canaria, een van de grotere eilanden. Dit bijna ronde eiland heeft met een doorsnee van amper vijftig kilometer enorm veel variatie in zijn landschap. Niet voor niets draagt het de bijnaam ‘Gran’ - ‘grootste’ - hoewel Tenerife groter is. Het hoogste punt van Gran Canaria is de Pico de las Nieves met 1.949 meter. Bij helder weer is buureiland Tenerife – op zo’n zeventig kilometer naar het westen – goed zichtbaar. Vooral de 3.718 meter hoge vulkanische berg ‘El Teide’ torent hoog boven de Atlantische oceaan uit, als het hoogste punt van heel Spanje.













De Canarische eilandengroep bestaat uit dertien eilanden, waarvan er zes klein en onbekend zijn. De zeven bekendste zijn El Hierro, Fuertaventura, La Gomera, La Palma, Lanzarote, Tenerife en Gran Canaria. Gran Canaria beschikt over een variëteit aan bergen, bossen, meren, stranden, een kosmopolitische hoofdstad en slaperige dorpjes. Het eiland heeft ongeveer 850.000 inwoners, waarvan bijna de helft in en rond de hoofdstad Las Palmas woont. Bovendien verblijven er een deel van het jaar veel Europeanen, die het immer zonnige eiland met het subtropische klimaat vooral benutten om te overwinteren. Zelfs in de winter komt de temperatuur overdag nauwelijks onder de twintig graden Celsius.

... blij met nieuwe oorbellen ...











Over het ontstaan van de Canarische eilanden lopen de meningen uiteen. De Griekse filosoof Plato sprak zich zo’n vierhonderd jaar voor Christus uit dat er ooit een eiland heeft bestaan met de naam Atlantis. Dit eiland zou zo’n negenduizend jaar voor Christus door een zondvloed zijn getroffen en volledig zijn verzonken. Veel aanhangers van deze bewering geloven dat na de zondvloed alleen de Azoren en de Canarische eilanden als toppen boven de zeebodem zijn overgebleven. Een andere theorie is dat de Canarische eilanden zijn ontstaan uit een reeks vulkaanuitbarstingen. Dit lijkt een stuk aannemelijker. Lava werd uit de zee omhoog gestuwd en door het opharden kregen de eilanden hun vorm. Er is nog altijd vulkanische activiteit, maar erupties komen zelden voor. De laatste grote uitbarsting was in 1826 op Tenerife, een kleinere in 1971 op La Palma.










Vanaf zo’n tweeduizend jaar voor Christus werden de Canarische eilanden al bewoond door de Guanchen. Ze stammen van Noord-Afrikanen af, al komen zij in uiterlijk weinig overeen. Guanchen zijn beschreven als lange mensen met blond haar en blauwe ogen. Je zou dus eerder denken dat zij van de Vikingen afstammen. Ze leefden vroeger in grotwoningen, waarvan een aantal nog steeds in redelijke staat is.













Gran Canaria is het vierde Canarische eiland dat wij bezoeken, na La Palma, La Gomera en Tenerife. In betrekkelijk korte tijd ontdekken we dat het een schitterend eiland is, mede dankzij onze bevriende 'tourleiders'. Bovendien hebben we ons met diverse andere eilandbezoekers kunnen unterhalten, van de in Limmen wonende (toeval!) Claudia en Ed naast ons in het vliegtuig op de heenweg, tot de Zweden Anne-Marie en Ove uit de buurt van Gothenborg, en daarnaast de nodige Noren, Finnen en IJslanders. Al spreek je hun taal niet - slechts knäckebröd, sackerhäts tandstickör en rölleklöre met flöre rollen over mijn tong - je houdt er toch altijd een uitnodiging voor de sauna in Scandinavië aan over. De wereld is en blijft klein.


... de Teïde aan de overkant ...
Winden waaien om de rotsen, ook midden in de Atlantische oceaan, waar de Teïde op bescheiden afstand parmantig zijn kop boven alles uitsteekt. Vooral om ons - mij wellicht in het bijzonder -in de gaten te houden. Ook al lopen er genoeg 60-, 70- en 80-plussers rond, voorzien van een bruine verschrompelde lap leer om hun ouder wordende lijf, dat hun goud en ander edelmetaal onder een opvallend vaak chagrijnige kop laat blinken, er zijn ook jeugdiger blondines als bijvoorbeeld Anika uit Zweden aanwezig. Een fysiotherapeute. Laat ik nu net last van een onwillige spier hebben. Let wel, mijn hamstring, hè.
Kortom, Gran Canaria is en was - kort maar krachtig - volop genieten.

Kris kras langs kerken, kraters, kloven en kust
























































... koffie? ...

























































Gran Canaria is bééldig ...










































... antes y después = ervoor, erna ...














































... Scirocco, sweet ...

... remembrance









... ervoor, Erna ...


... met schitterende natuur en cultuur ...




























































 

... een dagje Las Palmas ...

Met de bus van San Agustín naar Las Palmas vergt ongeveer 45 minuten en bijna zes euro per persoon voor een enkele rit. Wij bezoeken de oudste wijk, La Vegueta, gelegen in het zuiden van de hoofdstad. Bij de bushalte naast ons hotel zit een knappe Noorse blondine uit Trondheim, die naar de iets noordelijker wijk Triana wil. Zonder echtgenoot gaat zij in haar eentje inkopen doen voor haar in aantocht zijnde eerste kindje. Zij spreekt vloeiend perfect Engels en bezit een blinkend gaaf wit gebit. We reizen gezamenlijk naar het busstation in het oude centrum, tegenover Parque San Telmo. Daar scheiden onze wegen, beetje jammer wel. We komen elkaar niet meer tegen ... jammer, want Noorwegen staat ook nog op ons wensenlijstje van te bezoeken landen.

Las Palmas is de eerste 'overzeese' Spaanse stad, in 1478 gesticht, als Amerika nog niet is ontdekt. Via een bezoek aan het Columbushuis keren we terug naar de koloniale tijd. Vanuit een van de twee torens van Catedral de Santa Ana duiken we in een fraai panorama. De bouw van deze kathedraal startte in 1500, waarna men er bijna vierhonderd jaar aan werkte. Een imitatie van de Sagrada Familia-methode te Barcelona, of is het andersom?
La Vegueta kenmerkt zich door kleine straatjes vol koloniale panden met mooie gevels. De wijk loopt vanaf zee omhoog, waardoor het heerlijk slenteren wordt. Natuurlijk bevindt zich ook hier een overdekte markthal, waar ik als altijd van de enorme variatie aan vissoorten en andere zeevruchten geniet. Dagelijks doen veel inwoners van Las Palmas hier hun inkopen, want naast groenten, fruit en vlees zijn ook alle ingrediënten voor een heerlijke maaltijd te verkrijgen. De geuren van de Spaanse cultuur zijn royaal op te snuiven.



























































... en een geweldig golvend blauw zéétje ...




















































Wandelende zandduinen bij Maspalomas, een schilderachtig 'Venetiaans' Puerto de Mogán, de diverse imposante barranco's, de Roque Bentayga en de Roque Nublo, de laatste met de bijna 2.000 m hoge Pico de las Nieves in de buurt. Puerto de las Nieves in het noordwesten en hoofdstad Las Palmas met het Casa de Cólon in het noordoosten en niet te vergeten het historische centrum van Agüimes dichter in onze woonbuurt van San Agustín, van waaruit we wandelend de vijf kilometer lange boulevard langs Playa del Inglés (not our cup of tea) naar Maspalomas' duinen aflegden.

Winterse florapracht en -praal in 'Erna's weertje' (20-25 gr.C)



























































































'Venetiaans' Puerto de Mogán ...

Vroeger was Puerto de Mogán - zonder meer het mooiste dorpje aan de zuidwestkust - ook een vissersdorpje. Oude, kleine huisjes liggen tegen de noordelijke rots geplakt, daaronder een op de zee veroverde haven. Door de gracht die vanaf zee het dorpje inloopt en door de smalle straatjes wordt Puerto de Mogán ook wel het Venetië van Gran Canaria genoemd. Op ons gemak wandelen we door de met exotische bloemen versierde straatjes, over bruggetjes en langs vrolijk geschilderde huisjes. Hier en daar staat zo'n idylle te koop, waardoor we gezamenlijk even kunnen wegzwijmelen in een subtropische droom.
































... groeten van Renate ...



















... y Puerto de las Nieves

Puerto de las Nieves is een klein vissersplaatsje aan de westkust, dat geheel in het teken van zee en vis staat. De overheersende kleuren zijn blauw en wit. Aan de promenade langs het haventje zijn diverse restaurantjes die verse vis op de kaart hebben staan.
Via een korte wandeling komen wij bij een oude molen, waar we uitzicht hebben op de 'vinger van God' (Dedo de Dios). Je ziet echter geen steek, laat staan een goddelijke vinger. Dat komt niet door de achterwand die ook uit zwarte rotssteen bestaat. De uit zee oprijzende rots heeft in 2005 bij het orkaangeweld Delta zijn piek verloren. Dus no Dedo door Delta.
Uit de haven vertrekt meerdere malen per dag de ferry naar buur Tenerife, een reistijd van een uurtje per tocht, zo'n honderd euro voor een retour. We maken er geen gebruik van. Na een prachtige, inspannende dagtocht kiezen we voor de snelste weg naar 'huis' op Gran Canaria, te weten Balcón de San Agostín en Hotel IFA Beach. Om de zuidkust te bereiken nemen wij in duovlucht de snelweg GC-2 richting Las Palmas, waarna op de borden onder meer Maspalomas, GC-3 en GC-1 verschijnen. Dat enkeltje vergt minder dan een uur, mede door de highspeed van tussen 100 en 140 kilometer per uur die onze huurautootjes onder gezag van hun chauffeurs kunnen ophoesten. Op het Balcón de SA smaakt het glas 'bobbelwijn' (ik ben de naam vergeten, gastheer Michael weet deze als geen ander) voortreffelijk. We toosten met dubbele gevoelens op het nakende einde van de Duits-Nederlandse ontmoeting op Spaans grondgebied.
































De bekende ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus koos Gran Canaria in 1492 uit als vertrekpunt van zijn eerste ontdekkingsreis in de richting van de ‘Nieuwe Wereld’. Zo zou hij op deze eerste reis Cuba hebben ontdekt. Ook in volgende reizen gebruikte hij de haven van Las Palmas om zijn schip te repareren en zijn voedselvoorraad aan te vullen. Het huis, waarin Columbus destijds verbleef, is opengesteld als museum. Het draagt de naam ‘Casa de Colón’. 

































Het was een weekje van genieten met een overheerlijk afscheidsdiner tot besluit, ons aangeboden door Manfred, die horizontaal genomen foto's prefereert boven verticale opnames.

CHATEAUBRIAND Y PAPAS ARRUGADAS Y MÁS ... (ZACHT VLEES MET VERFIJNDE, ONGESCHILDE AARDAPPELTJES IN ZOUT WATER GEKOOKT)

Lachen, weinen, spass en de tegenzijde, het was 'Kukelores' voor ons, oftewel goede, maar gemischte Erinnerung.


... Chateaubriand ...

... en een sorpresa als dessert ...

... uitzicht vanaf balcón de San Agustín ...