woensdag 25 januari 2012

Het 'oude doorrookte' Edinburgh, brilliant and breathtaking

'Edwins Burcht'


Edinburgh by plane, we gingen er een weekendje heen

De Schotse hoofdstad Edinburgh is een 'Tale of Two Towns', waarvan de middeleeuwse Old Town scherp contrasteert met de Georgiaanse pracht van de New Town. Het belooft een geweldige stad met vriendelijke inwoners te zijn, een stad waaraan wij graag even een weekeindje willen ruiken.
... vriendelijk volkje ...
Wij treffen een opgebroken winkelstraat Princes Street en zijn Gardens, gelegen onder het alom aanwezige kasteel (opgebroken wegens aanleg tramlijnen), diverse duistere middeleeuwse zijsteegjes, 'closes' geheten, afdalend van de Royal Mile, vooral van High Street, grootse Georgian huizenrijen in de New Town en een opzienbarend groen, vulkanisch landschap in Holyrood Park. Een rijkdom aan onverwachte, spectaculaire uitzichten vanaf bruggen en heuvels. Ook musea en galerieën van wereldklasse, waarvan wij de Scottish National Gallery of Modern Art en de Dean Gallery bezoekten. Top of the bill is en blijft de enorme geweldenaar die het onvolprezen Edinburgh Castle is. De strategische burcht vult minstens een paar uren bewondering en trekt dan ook ruim 1,2 miljoen bezoekers per jaar. Voor veertien pond kijkt adult Erna op zondag 12022012 haar ogen uit. Op concession (ja, ja, inmiddels 66) mag ik voor elf pond twintig door de poorten binnentreden (veeg teken: ik hoef mijn paspoort niet te tonen).
 
Princes (Erna) Street


De Old Town van Edinburgh - 'Auld Reekie'- kent de hoogste dichtheid aan spookgeschiedenissen en gruwelijke historische misdrijven ter wereld. Moeten wij daar ook heen na al die Duitse Krimi's thuis op de buis? De duistere zijde van de 'Oude Doorrookte' schijnt een van de grootste toeristische attracties te zijn.
Wij hebben zo onze twijfels bij de secrets of the Royal Mile in the CITY of DEAD, the scariest places in the world, underground ghost tours through hidden vaults amongst gallows to graveyards. We laten de eeuwen van MURDER, TORTURE and HANGINGS toch maar liever voor wat ze zijn. Je kan niet alles zien, nietwaar, hanteren wij als excuus.
Het was trouwens met name Sir Walter Scott, de schrijver, die het toerisme naar Edinburgh haalde. Dat blijkt volop te bloeien rond Scottishness-symbolen als Scott Monument, genoemd naar Scotts 'Waverley'-romancyclus (welke stad heeft een station waarnaar een roman is vernoemd?), en rond 'Heart of Midlothian' in het plaveisel voor de St. Giles' Cathedral, een andere bestseller van deze succesvolle ambassadeur van Schotland.

Scott Monument, de 61 meter hoge, beroete, stenen vuurpijl met zijn gotische siertoren, is een bekend symbool van Edinburgh. Het monument wordt in 1846, honderd jaar voor mijn geboorte, door George Meikle Kemp opgericht als huldeblijk aan Sir Walter Scott, de geliefdste (zij het enigszins sentimentele) auteur van de stad. In het monument zijn 64 literaire karakters van Scott uitgehouwen. Sportief als wij altijd zijn, laten we anderen in de klim omhoog voorgaan. Onze wandelingen door Old en New Town vergen al krachten genoeg.


Het trottoir naast St. Giles' Cathedral in het hartje van de stad heeft een hart van steen. 'The Heart of Midlothian' is genoemd naar het gelijknamige boek van Sir Walter Scott. Tot 1817 stond op deze plek ongeveer vierhonderd jaar lang een tolhuis. Deacon Brodie, een zogenaamde eerbare inwoner van Edinburgh, zat hier gevangen. Wij wisten dat we niet vreemd moesten opkijken als we een plaatselijke inwoner op de steen zagen spugen. Dat zou namelijk geluk brengen. En laat ik als Sassenacher snotneus nu ijzersterk zijn in het via de mond ledigen van mijn voorhoofdsholte!
(Sassenacher = een buitenlander, veelal mensen uit de Laaglanden). 
Overigens lag er op het stenen hart meer uitgespuugde chewing gum dan andere 'spitting images'. 


(foto: Marijke Hartstra)
Toen Erna en ik ons weekendje Edinburgh boekten, vonden wij dat misdrijf noch misdaad. Zo'n stedentrip valt bij ons altijd in de smaak. Dit debuut in Schotland was om mijn 66-ste verjaardag te vieren.
Vriendin Betty lachte mij al skypend spontaan toe: "Ik zie je al lopen in zo'n feestelijke kilt met ruit".
Waarop ik teruglachte: "Dat is niet mijn gewoonte, ik draag altijd ondergoed, ha ha. Maar in die outfit wil ik heus wel met een doedelzak op de foto".

... Daar komt de bruid, daar komt de bruid! ...

(foto: Marijke Hartstra)




Ruit, kilt en doedelzak staan in Schotland voor romantiek en historie. Deze attributen zijn er in vele souvenirwinkels te vinden. Betty herinnerde zich dat van vele jaren geleden nog opperbest.
"Okay", zei ik in mijn beste Schots tegen haar, "ik huur wel een dagje een Highlanddracht om mij op de kiek te laten zetten!". Om zo'n dure kilt aan te schaffen ging mij een beetje ver, anders dan Sir Sean Connery. Hoewel híj als gierig te boek staat - en als beste James Bond aller tijden - kóópt de in Edinburgh geboren beroemde kiltdrager zijn Schotse rok altijd bij Geoffrey Tailor.


"What's in a familyname", dacht ik, toen Geoffrey mij aansprak.
"Geoffrey, kiltmakers and weavers, where quality and service still matters", knauwde zijn Schotse accent mij vriendelijk tegemoet.
"Hello sir, ik wil graag een dagje een Schotse outfit huren".
"Well sir, wij verhuren only voor drie dagen (let op: aanspreektitel met kleine letter). Voor 75 pond sterling, all in".
Mijn gierigheid kriebelde. Drie dagen in 'Prince Charlie Outfit'? No way! Ik zag mezelf al op de foto, staand op een kasteeltrap (doordenkertje) ... En dan ook nog met dat langdurig aanhoudende kattengejank om je heen. Nou ja, gejengel dan.


(Royal Mile; foto: Marijke Hartstra)


De hoofdstad van Schotland is diep geworteld in de Schotse geschiedenis, met Maria Stuart steeds in de hoofdrol. De vele bijnamen van Edinburgh zijn niet allemaal even vleiend. Het was en is nog steeds een stad met twee gezichten. Ruimte en stijl in New Town, middeleeuwse benauwdheid in Old Town. Soms laat de avondzon de statige voorgevels goudkleurig oplichten, vaker echter ligt de grauwe stad te glimmen van de regen. 'Edwins Burcht', 'Athene van het Noorden', 'Stad van de Zeven Heuvels', en zoals eerder genoemd 'Auld Reekie'. Ons weekend in midden februari 2012 bracht ons goed weer: droog, fris, soms een vleugje wind. Geen sneeuw, geen regen, terwijl Holland onder de vorst kraakte met de gehypte roep om Elf Steden en Engeland met een sneeuwtapijt was bekleed. Lucky us in whisky-country!

Vliegend ben je er zo, al troffen wij een wachttijd voor de gate (D4) van een zelfde lengte als de vluchtduur. 'We vragen nog even geduld', klonk uit de speaker, 'er is geen water aan boord van het vliegtuig'.
???
Wij hadden bij vertrek thuis al bevroren leidingen - met emmertje naar toilet -, dus leek het een herhaling van zetten. Anderhalf uur later hingen we toch boven de Noordzee, even later boven een wit stuk Engeland en vervolgens afstevend op een grauwgroen Schots landschap. Bus 35 bracht ons van Edinburgh Airport in de voorstad Ingliston binnen drie kwartier voor één pond dertig de man (gepast muntgeld inwerpen, je krijgt géén wisselgeld retour) naar ons Best Western City Hotel aan Lauriston Place, de zuidflank van de Old Town. De harde kern van Edinburgh lag aan onze voeten, vele royale miles wachtten ons. De lunch van rond dertien uur locale tijd - de klok was een uur teruggelopen - bracht ons een verzorgd Paninibroodje met tonijn en zadziki, een heerlijk hapje opgediend door een vriendelijke kok uit zuidoost Turkije. Nu runde hij zijn café om de hoek van de Grass Market.

"Vroeger voerden beulen onder het oog van een joelend publiek op het plein hun gruwelijke beroep uit", legde de ingeburgerde middenstander ons uit. Hij lachte ons toe, terwijl hij ons ieder een plate voor de neus plaatste. Toen wij onze honger hadden gestild, gingen we gauw kijken of de galg er nog stond. Het zou voor ons een primeur zijn als we een terechtstelling konden bijwonen. Mooi niet dus. Lichtjes in de bomen boden een verlate kerstsfeer, waar het plein in de moderne tijd is vergeven van hotels, winkels en vooral pubs. Dat was vroeger dus heel anders, niet alleen met executies, maar ook met vee- en groentemarkten.
Nou ja, je kunt niet meteen bij aankomst alles ineen hebben. En de blik omhoog geworpen toonde onmiddellijk de parel, 's avonds verlicht, waar we ook voor waren gekomen: de Castle.


The Castle vanaf Grass Market




... warme chocolademelk ...





In Edinburgh Castle - 'Edwins Burcht' - worden de Schotse kroonjuwelen zorgvuldig bewaard. Als de bezoekers de poort uit zijn, de wacht vertrokken, sluiten de decimeters dikke kluisdeuren zich.

Known as the Honours of Scotland, the Crown Jewels consist of the Crown, Sword of State and Sceptre. Together the Honours form one of the oldest sets of royal regalia in Christendom.
Early Scottish kings were inaugurated in an outdoor ceremony, probably seated on the Stone of Destiny - representing a union between ruler, land and people. The Stone was and still is a powerful symbol for Scotland and its nation.
The Stone was stolen by the English King Edward I in 1296, so ending some 400 years of tradition. It was held in London at Westminster Abbey for 700 years, until its historic return to Scotland in 1996.

TOP TEN HIGHLIGHTS OF A MIGHTY FORTRESS, THE DEFENDER OF THE NATION:
The Crown Room - The Great Hall - The Royal Palace - St. Margaret's Chapel - The Prisons of War - Mons Meg - The One o'Clock Gun - The Scottish National War Memorial - The National War Museum of Scotland - Panoramic Views

De meestbezochte bezienswaardigheid van Schotland verheft zich machtig majestueus boven de stad. Het gebouwencomplex op de sinds de bronstijd (met één t) bewoonde vulkanische Castle Rock is door de eeuwen heen zwaar bevochten, steeds weer verwoest, steeds weer herbouwd. Je ziet meteen dat de vulkaankegel van basalt een onschatbare strategische positie inneemt. De steile rotswanden stijgen zo'n twee voetbalvelden hoog boven de stad uit. Het koninklijke slot dat al meer dan duizend jaar zijn plaats inneemt, is hét symbool van de stad. Het kasteel kreeg zijn huidige vorm pas halverwege de zestiende eeuw. Dagelijks (behalve op zondag, toen waren wij er) wordt om 13.00 uur een oorverdovende knal uit een kanon afgevuurd: de 'One O'Clock Gun'. Dit signaal diende in het verleden voor de scheepvaart.




Botanische ingang

... altijd oog voor details ...

... en wat voor details ...

Als je het over natuurschoon hebt, en je bent met Erna op stap, zit het er dik in dat je naar de Botanical Gardens gaat. Een fiks eindje noordwaarts gelegen, in onze ogen te ver te voet, dus vlakbij ingestapt in bus 23, halte George Heriot's School aan Lauriston Place, een particuliere school waar ouders voor hun kinderen tot twaalfduizend pond sterling per jaar mogen neertellen. Wij mikten in de bus opnieuw precies afgepast twee keer één pond dertig in het bakje, trokken twee tickets uit de machine en stapten aan de East Gate langs Inverleith Row uit. Precies om tien uur opende de gate zich en konden wij met een handjevol bezoekers meteen naar binnen lopen zonder te betalen. Nee, gewoon omdat de botanische tuin gratis toegankelijk is. Je hoeft pas voor een bezoek aan de glazen kassen (glasshouses) te betalen, een handjevol ponden per persoon. Deze hortus botanicus is in 1670 als onderzoekstuin aangelegd naast het paleis Holyroodhouse. Hij wordt echter al lang niet meer voor onderzoek gebruikt en is naar 20a Inverleith Row in de voorstad verplaatst, waar het park geliefd is onder de plaatselijke bevolking én toeristen. Bijna dertig hectare aan wandelroutes en daarnaast een complex van tien aan elkaar gekoppelde kassen (Glasshouse Experience), waaronder het 21 meter hoge Palm House.
Het Terras Café in de tuin biedt uitzicht op de skyline van Edinburgh met de zetel van Arthur (Arthur's Seat) in de verte. Na een lekker kopje cappuccino vroegen wij twee vriendelijke dames hoe ver het lopen was naar de stoel van Arthur. "O dear, I once made it. I think it was an hour". Vermoedelijk bedoelde het liefje de afstand van de voet van Holyrood naar boven. Want toen de lady ons uitlegde hoe naar het Scottish National Museum of Modern Art te komen, waren we ook al wel een uurtje onderweg. Wel idyllisch, namelijk een wandelpad door de wijk Dean langs de Water of Leith. Deze Walkway voerde ons langs een klammige route in de diepte met veel groen, een waterstuwvalletje, spook- en kasteelachtige bouwwerken en naar de hemel reikende donkergesteende kerken. Aan het eind van deze voettocht bereikten we Erna's moderne kunstdoel in een in tweeën opgedeelde locatie.





Maar eerst even terug naar de duistere kant van de stad. Nauw, stinkend, overbevolkt. De donkere stegen van het oude Edinburgh - 'wynds' - vormen een broedplaats voor ziekten, armoede, misdaad en spookverhalen. Met The strange case of dr. Jekyll en mr. Hyde van Robert Louis Stevenson kan literair gegruweld worden. Ik heb dit boek dan ook aangeschaft bij Blackwell's, ruim gesorteerde boekwinkel op 53-62 South Bridge, een drukke zijweg van de Royal Mile. Aan deze short novel, gepubliceerd in 1886 en gebaseerd op het leven in de 19-e eeuwse Old Town, ligt het ware verhaal van Deacon Brodie ten grondslag. Brodie was overdag een eerbare burger met een woning aan de Royal Mile. Hij was naast meubelmaker ook diaken (= voorzitter) van het gilde van smeden en metselaars, en tevens een hooggeacht raadslid van Edinburgh. 's Nachts bracht hij zijn tijd echter door met gokken en vrouwen. Om zijn schulden te kunnen afbetalen, ging Brodie het dievenpad op en zelfs op moorddadige rooftochten uit. In 1788 werd hij gearresteerd en opgehangen aan een galg die hij naar verluidt zelf had gemaakt. Erna en ik volgden Brodies spoor in The Deacon's House in Brodie Close, tegenover café Deacon Brodie aan de Royal Mile. Dit gezellige café was vroeger het huis van de familie Brodie.

Edinburghs geschiedenis kent meer bekende moordenaars met een bijzonder slechte reputatie. Neem bijvoorbeeld de lijkrovers William Burke en William Hare, die de Edinburghse anatomieprofessoren eerst van opgegraven lijken voorzagen en uiteindelijk van eigenhandig om het leven gebrachte medemensen. Deze beide eerste seriemoordenaars uit de misdaadgeschiedenis werden als echte 'vriendjes onder elkaar' gegrepen. Hare getuigde tegen Burke en kwam vrij, Burke werd in 1829 voor 25.000 enthousiaste toeschouwers opgehangen. De rechter schonk het lichaam van Burke aan de wetenschap, de anatoom-patatoloog sneed de huid van Burkes linkerhand af. Daarvan werd een doosje voor visitekaartjes gemaakt, want wat zou je er anders mee moeten doen? Dat het echt zo is, vertelde ons een Edinburgher die het doosje zelf had gezien in een vitrine van een tentoonstelling over Edinburghs politiegeschiedenis.

(foto: Marijke Hartstra)
 
(foto: Marijke Hartstra)
In de Middeleeuwen was Edinburgh niet bepaald een prettige plaats om te wonen. De hygiënische omstandigheden waren slecht. De pest, religieuze onverdraagzaamheid, heksenjachten en executies waren aan de orde van de dag. In een 'City of Dead'-rondleiding door donkere kronkelsteegjes, hofjes en ondergrondse kelders van de Old Town keer je terug naar het donkere verleden. Een gids trakteert daarbij op spookverhalen en verhalen van klopgeesten.

CITY of the DEAD, underground city and haunted graveyard walks with the Mackenzie Poltergeist. This walk has the only access to the Covenanters Prison in Greyfriars Graveyard. Not just a tour, a phenomenon! The only tour that enters both the Underground Vaults and the Covenanters Prison, two of the world's most haunted locations. Under the streets of Edinburgh lie dimly lit and eerie vaults, where a population once lived in utter misery.



Edinburghs beroemdste begraafplaats - Greyfriars Kirkyard - is de laatste rustplaats van misschien wel 325.000 zielen. De meesten zijn overleden aan de pest en werden zonder grafsteen of gedenkteken begraven. De grafstenen die er staan, vele in de klassieke Hammer Horror-stijl van de zeventiende eeuw, kennen hun weerga niet. Over dag is het er al griezelig, laat staan in de avondrondleiding door de 'City of Dead'.


Het beroemdste graf is dat van de hond Greyfriars Bobby, naar verluidt het enige hartverwarmende op deze verder schrikaanjagende begraafplaats. Bobby was de terriër van Jock Gray, een Edinburghse politieagent die in 1858 in Greyfriars Kirkyard werd begraven. Bobby was zo trouw, dat hij zijn baas niet wilde verlaten. Hij waakte dag en nacht bij het graf. De bevolking sloot de hond in haar hart en maakte hem tot een volksheld. Toen Bobby veertien jaar later stierf, is speciale toestemming verleend om de hond naast Jock te begraven. Jock en Bobby rusten nu dicht bij de ingang van de begraafplaats. Een standbeeld van Bobby staat tegenover het café Greyfriars Bobby.
(Het verhaal van de 'wee dug' - kleine hond - is door Walt Disney verfilmd).


In het midden van Holyrood Park ligt een oude vulkaanheuvel, Arthur's Seat. De naam heeft niets te maken met de legendarische koning Arthur, maar misschien wel met ene prins Arthur van Strathclyde, die in de zesde eeuw leefde. Op dit hoogste punt van de stad - 251 meter - heb je in alle richtingen een prachtig panoramisch uitzicht over de Old Town, over de Leith en over de Forth. De geliefdste Edinburghse berg, hoogste van de zeven heuvelen van de stad, is zelf bijna vanaf elk punt te zien. Kaal, gekloofd en romantisch als de Highlands.
In 1836 vonden spelende kinderen zeventien kleine doodskisten met poppen erin onder een rotsplaat dicht bij de top. Waarschijnlijk waren ze er enkele jaren eerder neergelegd als een soort magische bewaarplaats: om de geesten van slachtoffers van een epidemie of massamoord te sussen. Hierbij denkt men onwillekeurig aan de slachtoffers van Hare en Burke. Drie van de kisten zijn trouwens in het National Museum of Scotland te zien.


Arthur's Seat is een must - een topper bij een bezoek aan Edinburgh - maar pas op, er staat altijd een fikse wind. Wil je ook nog het 'klassieke' van Edinburgh Old Town aanzien, dan moet je naar Salisbury Crags, de rotskam die Arthur's Seat omringt en die op het paleis uitkijkt.


Van de oorsprong van het Palace of Holyroodhouse zijn in de romantische overblijfselen van de naaste Holyrood Abbey sporen terug te vinden. De eerste Schotse koningen gaven de voorkeur aan het gasthuis van deze abdijkerk boven het koude, tochtige kasteel. Rond 1500 bouwde koning James IV het eerste echte paleis, maar het gebouw dat er vandaag de dag staat, werd in 1671 door William Bruce ontworpen.
Holyroodhouse is een van de officiële Schotse residenties van de Britse koningin.

Het onderkomen voor het Schotse parlement is het meest controversiële gebouw van het laatste decennium. Het heeft ongeveer tien maal zoveel gekost als in het budget was voorzien en de geplande opleverdatum was ruim twee jaar overschreden voordat het in 2004 werd voltooid. Over het gewaagde, futuristische ontwerp van de Spaanse architect Enric Miralles zijn de meningen verdeeld.
De Schotse bevolking is gechoqueerd door de hoge kosten van het handgemaakte meubilair. Bij welke projekten hebben we dit soort (wan)toestanden al eens gehoord? Waar het tramnet in Edinburgh in de maak is en de meningen verdeelt, beschikt de stad niet over een metro. Wat niet is ...

A weekend in Edinborough, too short, too much to see. We moeten nog eens terugkeren om een soort 'down under' experience te ondergaan. Een tocht door de romantische Highlands, van Edinburgh naar Perth, over de uitstekende 'Highway to the Highlands' (A9) naar Inverness, de hoofdstad van de Highlands. We zullen onze verrekijker meenemen. Want op deze monstertocht over negenhonderd kilometer van Edinburgh naar Glasgow loert een spookbeeld naar ons: het monster uit het monstermeer Loch Ness. Alleen al voor deze rit heb je twee dagen nodig. Maar dan zit je alleen maar in de auto. Da's nie ons glas whiskie!!!

Eén ding is zeker: met Erna op stap, in Edinburgh of waar ook ter wereld, ontwikkel je via haar een scherp OOG VOOR DETAIL!: