woensdag 30 november 2011

De alleenzame wereld volgens Henk


In een zeilboot rondt hij zes keer de wereld, steeds verschillende routes. Dat lijkt op onrust, het is zijn zoektocht naar rust. Henk, reiziger, solozeiler, kijkt naar de wereld van binnen en van buiten. Hij weet waar hij vandaan komt, hij weet waar hij heen gaat. Het is zijn ‘Never Ending Voyage’ … De mens is volgens Henk van nature eenzaam. Hij wordt alleen geboren, hij gaat alleen dood. Waarom?

‘Ik zoek niets, ik volg mijn gevoel, mijn hart. Mijn droom is een verhaal zo oud als de wereld. Waar ben ik aan begonnen? Eenmaal onderweg moet ik de reis afmaken. Mijn jongensdroom was met een zeilboot op de kracht van de wind uitvaren. Ik (nu 60-plus, PS) ben nog steeds bezig met die jongensdroom’.
Sinds zijn ‘definitieve’ vertrek enkele jaren geleden beschouwt hij ‘definitief’ als een groot woord. Hij gebruikte de woorden ‘nooit meer terugkomen’. Daar kwam hij van terug. De wereld is rond en Henk leert elke dag. Zonder doel kan hij (nog) niet leven. Hij is geen zwerver, hij moet ergens heen. Zijn weg is de weg van de droom.
‘Mijn einddoel is rust. Niet die van de dood, wat velen denken. Ik leef. Ik zoek de rust en dat zou wel eens nergens kunnen zijn. Nergens is ook ergens. Met een doel krijgt mijn reis zin. Alleen en eenzaam zijn twee verschillende dingen. Ik heb ze wel eens samengevoegd tot alleenzaamheid’.
Henk, de echte reiziger, is voortdurend onderweg, misschien wel naar iets onbereikbaars. Als echte pelgrim onderweg naar datgene wat hij mist. De alleenzaamheid van de pelgrim. De schoonheid schuilt in Henks contact met God. Dat is heel persoonlijk en het maakt hem niet uit hoe zijn God heet: gewoon God, de Oorsprong, het Alles. Het is dus misschien wel dat wat wij missen. Schoonheid, eerlijkheid, onbaatzuchtigheid, liefde …
‘Het is geen escapisme, geen weglopen. Daar waar ik heenga, is moeilijker dan thuisblijven. Ja, alleen zijn is absoluut een opperste kunst. Alleenzaamheid moet je ondergaan om het pure te ervaren. Het pure is witter dan sneeuw, blinkender dan goud. Het zit diep, diep, diep van binnen. Ik ben een zoeker. Ik zoek de weg naar thuis. Thuis in deze wereld is waar mijn hart is’.
Onze huidige westerse maatschappij verdringt elk gevoel van eenzaamheid. Neem de term ‘sociale media’. Dat is een vriendenkring die het gevoel van niet-alleen-zijn geeft. Maar met één druk op een knop kan dit gevoel uitgerangeerd worden. In onze maatschappij is geen ruimte voor eenzaamheid. In onze maatschappij moet je het gevoel hebben dat je een deel van de samenleving bent. Ben je wel eenzaam, wordt dit als ziekte gezien.
‘Zoek ik de ultieme eenzaamheid op? Is het iets spiritueels? Ik zoek het niet, ik bén het. Ik volg mijn hart zoals een monnik voor het klooster kiest. Dus heeft het iets spiritueels. Ik leer dat het Niets niet Nihilisme betekent, dat Niets niet Niks Doen is. Toch ben ik ook down-to-earth-Henk. Alleen als je down to earth bent, kun je met de elementen water, lucht en vuur omgaan. I face the storm. Letterlijk’.
Alles wat Henk op zee ervaart, is gevormd door gedachten en gevoelens vóór vertrek. Het was niet het reizen dat hij miste, het was niet het onderweg zijn dat hij miste, het was niet het zeilen dat hij miste. Het waren de ervaringen in het ongenoemde die hij miste. Het ‘onnoemlijke’ gaat alle andere ervaringen te boven. Henk ziet het belangrijkste van een reis, maar dat wordt overtroffen door wat hij voelt.
‘Het is een zeker gevoel, iets wat waarheid is, al zal het een schijntje ervan zijn. Binnen dat voelen bestaat het onuitsprekelijke, metafysische voelen. Langzaam is mijn leven naar een andere dimensie gestuurd. Een dimensie die je niet kunt delen. Vandaar een vorm van eenzaamheid. Geen eenzaamheid waarin je iets of iemand mist, maar een eenzaamheid in de nietigheid ten opzichte van het Grote’.
Henk heeft vele dagen onder vader Zon doorgebracht. Hij heeft vele nachten in grote verwondering naar zijn broeders de Sterren gestaard. Iedere maand volgde hij de gang van zijn moeder Maan. In stormen heeft hij zorgen gekend. Henk vond zijn rust in de zekerheid dat hij geen gemakkelijke reis was begonnen. Van binnen wist hij dat hij altijd veilig aan zou komen.
Het werkterrein van Henk de Velde is de wereld. Hij is een observator, die een aantal boeken schreef. Boeken waarin hij tussen de regels door filosofeert. Ik heb ze allemaal gelezen. Een vermoeden van vrijheid - Een reiziger in tussentijd - Een ijskoude doorbraak - Er is nooit een morgen - Nergens is ook ergens - Een krijger onderweg naar huis. Momenteel werkt Henk aan zijn nieuwste boek, dat in 2012 zal verschijnen: De omweg.
Op 19 april 2007 signeerde Henk mijn ijskoude doorbraak naar hem met ‘Iedereen vaart z’n eigen scheepje!’. Sindsdien beschouw ik hem als een grote, wijze vriend. Vandaar het bovenstaande verhaal, zíjn verhaal.
Op 24 november 2011 bevestigt krijger Henk, ‘thuis’ in Amsterdam-Noord, onze vriendschap in deel 2 van zijn reis zonder einde: ‘Voor Peter. Voor onze ontmoeting, en zeg dus nooit nooit!’.
Op 27 november 2011 mailt Henk mij: ‘Peter. Dat heb je mooi geschreven’.
Met veel dank aan mijn alleenzame vriend Henk de Velde.

donderdag 24 november 2011

Omweg naar een krijger onderweg


Donderdag 24 november 2011 blijkt een uitgelezen dag om bij solo-zeezeiler en geweldenaar Henk de Velde langs te gaan. Met zijn vermaarde schip 'Juniper' toeft hij bij het oude NDSM-terrein in Amsterdam-Noord op scheepswerf Rhebergen, het 'huis' van en voor multihulls. Al eerder fietste ik een keer op de bonnefooi bij Henk langs, maar toen miste ik hem op een haar. Op deze donderdag schijnt de zon.




Dit keer hadden wij een concrete afspraak gemaakt, die Henk op het klokje nauwkeurig nakwam. Toen ik mij ter plaatse meldde, ontving hij mij met zijn brede lach, zij het niet met open armen, want daarin droeg hij zijn nieuwste aanwinst, een net aangeschafte elektronische kachel om de Hollandse winter door te komen. Eenmaal binnen schudden wij de klammigheid uit zijn kajuit en elkaar de hand.


Henks trimaran is zijn home, waar een oud, naar brandstof geurend brandertje voor warmte zorgt. Wij voeren een ontspannen gesprek, alsof wij elkaar al jaren kennen. Dit is niet het geval, waarbij ik ook nog aanteken dat ik helemaal geen zeeman, laat staan een zeezeiler ben. En toch voelen we elkaar volgens mij goed aan, begrijpen we elkaar en delen we diverse opvattingen. Dit wil niet zeggen dat we overal hetzelfde over denken, maar toch ... vrijwel leeftijdgenoten, vrijwel een zelfde inslag, vermoedelijk een zelfde soort vrijheidsdrang. Zoiets moet dat gemeenschappelijke toch zijn.



Henk is op zijn manier en veel meer dan ik (ook) een filosoof. Om te overleven als de reiziger/krijger die hij is, moet hij dat haast wel zijn. Ten slotte betreedt hij veel meer dan ik 'onbetreden paden', waarvan ik mij heel goed kan voorstellen dat die je tot diepgaande overwegingen aanzetten. Bovendien is Henk de vader van zijn zoon, Stefan. Ook daarin verschillen wij van elkaar, want ik kan hem dat niet nazeggen, ik (en Erna met mij) heb geen kinderen.
Stefan is overigens, naar ik begreep, het menselijke motief dat Henk terugstuurde van zijn ultieme oogmerk: de voorgenomen Never Ending Voyage. Nog steeds is de zeeman in de mens Henk onderweg, misschien is het wel een omweg, maar een reiziger blijft deze boeiende man. En in zijn eigen woorden tevens een krijger.



Mijn goede gevoel in gesprek met gigant en idool Henk de Velde werd in een gezellig, druk bevolkt, kantineachtig restaurant op loopafstand van zijn boot voortgezet bij een kopje koffie ('Dubbele espresso for Mr. Henk, por favor') en een gezond broodje oude kaas. Dat kreeg de krijger van mij aangeboden. En natuurlijk wisselden wij onze gesigneerde boeken uit. Henks nieuwste uitgave 'Een krijger onderweg naar huis' voor mij, en mijn eerste en enige boek 'Ervoor, Erna' voor Henk. Onmiddellijk zag ik Henks begrijpende glimlach bij het lezen van mijn titel, die hij slim doorhad en grappig speels vond.


Na afloop poseerden wij nog even voor een foto bij de Juniper. Buur(boot)meisje Vera was zo vriendelijk op Henks verzoek het plaatje van Henk en mij te schieten (Dank je wel, Vera, heel aardig van je).
Via het IJ-veer keerde ik na een ferme handdruk terug naar Amsterdam CS, maakte een omweg over de Dam, langs de Bijenkorf (zes exemplaren van je nieuwste boek in het boekenschap op de zesde etage, Henk), langs het Beursplein-kampeerterrein 'Occupy' (ondanks de filosofie niks voor mij om te verblijven, en ik denk ook niks voor jou, Henk, of heb ik dat mis?) en ging vervolgens per trein, tezamen met mijn Erna, onderweg naar huis in Limmen (Noord-Holland, Henk).



Zodra reiziger/krijger Henk de Velde in de komende tijd bij mij in de buurt verschijnt om een van zijn vele lezingen te houden, zal ik hem daar beslist opnieuw opzoeken. Zijn aanstekelijke lach, zijn aimabele wijsheid en zijn boeiende levenswijze vormen voor mij namelijk een 'Never Ending Voyage'.
Maar of Henks reis nu voorbij is, is de grote vraag. Ik zeg het zijn uitgever - Elmar BV uit Delft - met de achterflaptekst van zijn nieuwste boek na:

'Een gedoemd zwerver zet je niet in een huis van steen. Henk de Velde is een observator en hij filosofeert tussen de regels door. De wereld is zijn werkterrein. Deel drie, De omweg, verschijnt in 2012'.

Met Henks vrolijke lach bij het voorlezen van deze tekst op mijn netvlies stap ik ons 'stenen hutje' aan de Hogeweg in ons bloemendorp binnen. De wereld als werkterrein, wat zou ik dat ook graag willen. Maar het liefst wel in een vreedzame, niet op materiële overconsumptie ingestelde wereld. Eigenlijk een beetje een wereld, zoals Henk die ook graag zou willen ... een utopische wereld.


zaterdag 19 november 2011

Claude Lorrain in Teylers Museum

Teylers Museum in Haarlem presenteert tot en met zondag 8 januari 2012 in samenwerking met Musée du Louvre de allereerste overzichtstentoonstelling ooit van Claude Lorrain (ca. 1600-1682).

Tentoonstelling van wie, zult u zeggen, ... Claude Lorrain??? Nóóóit van gehoord!

Zijn eigenlijke naam luidde Claude Gellée. Hij wordt echter 'Lorrain' genoemd, naar La Lorraine oftewel Lotharingen, het land waar hij vandaan kwam. Waarmee hij met zijn nieuwe initialen CL meteen als topper in de Champions League is neergezet. Maar dat doe ík - voetbalkenner -, als ik samen met Corien en Miep - kunstkenners bij uitstek - op donderdag 17 november 2011 via het antieke Haarlemse NS-station naar het antieke museum aan het Spaarne spoor.


Al hebben wij drieën ook nooit van deze schilder gehoord, via de Teylerse informatiestroom kom je te weten dat Lorrain bij zijn leven al als een zeer belangrijk kunstenaar werd beschouwd. De Franse landschapskunstenaar uit de zeventiende eeuw blijkt tot de belangrijkste meesters in de geschiedenis van de beeldende kunst te behoren. Tot ver in de negentiende eeuw gold zijn werk als dé standaard voor de weergave van het landschap in Europa. Zijn kracht ligt in zijn prachtige verbeelding van de ideale natuur.


Lorrains ideale landschappen sierden de paleizen van pausen, vorsten en adel in heel Europa. De complete Europese jet set van die tijd wedijverde om zijn schilderijen van sprookjesachtige havensteden en idyllische parklandschappen vol verwijzingen naar de klassieke oudheid. Claude Lorrain was zó geliefd dat er in het zeventiende-eeuwse Europa nauwelijks beroemdere kunstenaars te vinden waren.


Claude Lorrain specialiseerde zich in de inbeelding van het Arcadische landschap: een geïdealiseerde, zonovergoten wereld waarin herders en mythologische figuren zich verpozen tussen altijd groene bomen, klaterende beekjes en klassieke gebouwen. Ook de revolutionaire tekeningen, die hij direct in de natuur maakte, waren gewilde verzamelobjecten. In 1790 verwierf Teylers Museum in Rome een grote collectie tekeningen, waaronder maar liefst 85 werken van Claude Lorrain.

Daarna ... werd het in Nederland héél stil rond deze kunstenaar. Hier was men vanaf de negentiende eeuw vooral in de éigen Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw geïnteresseerd. Daardoor is bij ons het besef van de enorme invloed van Claude Lorrain verloren gegaan.


Vanuit musea in de Verenigde Staten (onder andere uit het Museum of Fine Arts in Boston, waar Erna en ik onlangs nog waren) en Europa zijn topstukken van Lorrains schilderkunst in Haarlem aan de tekeningen toegevoegd. Zijn grootste en meest ambitieuze schilderij - Landschap met Apollo en de muzen - uit de National Galleries of Scotland is bij hoge uitzondering aan Teylers Museum in bruikleen gegeven.

Over het licht in de doeken van Rembrandt en Vermeer zijn boeken volgeschreven. Claude Lorrain was de meester van het gouden licht. Hij was de eerste kunstenaar die de zon centraal durfde te stellen. Zijn gouden Italiaanse licht werd wereldberoemd. 's Ochtends vroeg en 's avonds zwierf hij door het landschap rond Rome om het licht te doorgronden en op papier en doek te vangen. Grote kunstenaars als Constable, Turner en Corot  lieten zich door zijn werk inspireren. In Engeland werden landschapstuinen naar voorbeeld van zijn schilderijen aangelegd, compleet met klassieke bouwwerken.

De wereld draait door, terwijl de in mist gehulde molen 'de Adriaan' (oorsprong in 1779) langs het grauwe Spaarne stilstaat. Met twee kunstminnende dames op (hoge) leeftijd kuier ik er langs. Adriaan, ooit goed voor tufsteen, tabak en graan, ging in 1932 volledig in vlammen op. De herbouw startte pas in 1999 (geldperikelen, vermoed ik) en in 2002 werd Adriaan opgeleverd. Hooggebouwd op de fundering van de Goevrouwetoren, een deel van het oude vestingwerk van Haarlem. Hoge molens vangen veel wind, alleen vandaag niet.

de Adriaan



Wij kuieren verder door knusse straatjes met authentieke sfeer uit een ver verleden.
Vrouwestraat, Bakenesserstraat en -gracht, 't Krom. We zakken door de Zakstraat via Jansstraat en Jansweg af naar het station en opeens bedenk ik dat ik Joost Zwagerman maar eens moet informeren. Zo goed als hij dat kan, mag hij in de Volkskrant of aan tafel bij Matthijs van mij een lyrisch verhaal aan CL wijden. Dat zou veel interessanter en waardevoller zijn dan al dat banale getoeter over grote ego's uit de foeballerij die elkaar het licht, dat Lorrain zo schitterend op doek weet vast te leggen, niet in de ogen gunnen.


Joost Zwagerman, dóe er wat an!
Kunst ligt, óók in Haarlem, voor het oprapen!!!









donderdag 10 november 2011

Noviomagum in de mist




Het is donderdag 10 november 2011, de hele dag mist, 't is koud. Het spoor leidt mij naar Noviomagum, dat ook onder een mistlaag gebukt gaat. Er is niet veel te beleven, ook al herleven mijn middelbareschooljaren. Ik ontmoet immers Mariken van Nieumeghen - another 'maid in the mist' - die de stad een middeleeuws tintje geeft. De middeleeuwen is de periode die op gang komt in de achtste eeuw en die eindigt met de dood van hertog Karel van Gelre in 1538. Alsof ik 't juffrouw Hoek, mijn lerares Nederlands, nog hoor doceren.
Mariken staat op de Grote Markt als symbool van het mirakelspel uit de Lage Landen uit het begin van de zestiende eeuw. Het spel wijst de mensen op de noodzaak van berouw en boete.
Tja, Mariken van Nieumeghen, Carel ende Elegast, welke had je nog meer? ...


Zij is Mariken niet

Zij wel! Ai ...



... Mariken, Mariken

Nijmegen, de eerste, oudste en grootste Romeinse stad van ons land, vormt met Arnhem het hart van een unieke regio in Nederland. In de Romeinse tijd was het zelfs de belangrijkste streek van ons land. Gelderland kent de grootste concentratie middeleeuwse kerken en kastelen. En precies dit gebied was het decor van een van de meest ingrijpende veldslagen uit de Tweede Wereldoorlog: Operatie Market Garden.
Tijdens Operation Market Garden in september 1944 vond hier één van de grootste luchtlandingsoperaties uit de geschiedenis plaats. Die operatie is slechts ten dele geslaagd. De geallieerden konden Arnhem niet behouden, maar Nijmegen werd bevrijd.

De Liberation Route volgt het pad dat de geallieerden tijdens de bevrijding van Europa bewandelden. De Route laat je beleven wat zich in 1944 en 1945 afspeelde rondom Arnhem en Nijmegen. Ik ben van 1946 (noem mijzelf een 'bevrijdingskindje') en ben eigenlijk amper in deze regio op bezoek geweest. Hoog tijd dus voor een diepere kennismaking, maar ... in de kou met mist en kiespijn? Een andere keer doe ik het beslist over.

Een volgende keer schrijf ik mij zeker in voor de Kunst en Cultuur Route Nijmegen, het initiatief van de nachtburgemeester van Nijmegen, Dõro Krol. Iedere eerste vrijdag van de maand - dan moet je dus niet op een donderdag gaan - neemt Dõro Krol tijdens een drie uur durende verrassingstocht fijnproevers, liefhebbers, kenners en genieters mee op ontdekkingsreis langs het beste, mooiste en leukste wat de stad Nijmegen op het gebied van kunst en cultuur te bieden heeft.
Dat klinkt aantrekkelijk, toch? Genieten van snelgedichten, kennismaken met hedendaagse en oude kunst, en lunchen op een verrassende plek. Ja, ik wandel een keertje mee om mij te laten onderdompelen.

(De Kunst en Cultuur Route staat gepland op 2 december 2011 en in 2012 op 6 januari, 3 februari, 2 maart en 6 april, van 11.30 tot 15.00 uur; info@denachtburgemeestervannijmegen.nl)




Canisius
Bovenstaande mistige sfeerplaatjes zijn gemaakt in het historische Valkhofpark, waar ooit een Romeins legerkamp lag.

Ik ga nu eerst berouw tonen over een zeer matig, mistig dagje Nijmegen en - bij de tandarts - boete doen.
Een mooie voorjaarsdag, bijvoorbeeld volgend jaar op vrijdag 2 maart of op vrijdag 6 april (of een midweek c.q. weekeinde) lijkt mij een troostwenkend perspectief ...