zaterdag 23 november 2013

Blanke krasse Piet op pad in Maastricht e.o.


Achterzijde NS-station Maastricht
NS-stationshal Maastricht
Ons bezoek in de derde week van november 2013 aan Maastricht is helaas weer achter de rug. Op een speciale KRAS.NL-kamer (201) hebben wij een nacht in Golden Tulip Apple Park Maastricht**** doorgebracht. Daarna konden we opkrassen naar een identieke kamer (217), zij het zonder krassen.

















Het op Amerikaanse leest geschoeide hotel torent aan de Pierre de Coubertinweg 3, vlak naast MVV-stadion 'De Geusselt' en ook vlak naast de enorme bouwput, die het autoverkeer op de bovengrondse snelweg A2 binnen enkele jaren door een gigantische tunnel ondergronds moet doorspoelen. Het wordt de eerste ondergrondse 'opgestapelde' snelweg: twee lagen in het aardedonker op elkaar en erbovenop een openluchtweg. Een indrukwekkende giga-klus, waar wij als eenvoudige piétons even bij stil stonden, terwijl het bovengrondse verkeer, vooral vrachtwagens, bijna over onze grote tenen voortsnorde.





Giga-bouwput t.b.v. tunnel A2


Bij aankomst stond vriendin M. uit Geulle ons al op het perron op te wachten. Negen maanden geleden ontmoetten wij elkaar vlak voor Carnaval live voor het laatst, maar zowel haar als onze (gezins)situatie was ongewijzigd, we zijn alleen driekwart jaar ouder geworden. Met Limburgs accent togen wij naar het Golden Tulip, schreven ons aan de receptiebalie in en stapten vol goede moed en hoge verwachtingen in M's pittige fruitlimousientje om in Geulle aan de Pörkult, beter gezegd Bogrács te geraken.

Chef-kok T., voor de preparatiën van het Hongaars culinaire gerecht thuisgebleven, roerde in de kookpot op het knusse terras, terwijl dikke dampen ons als begroeting tegemoet sloegen. De originele goulash was op z'n Hongaars in de maak (Pörkult), in een speciale Hongaarse (buiten)ketel anders geheten (Bogrács). Wat een geurend, kleurend en smakelijk feest is dat geworden!











Pörkult  (Bogrács = in de ketel):
Ingrediënten: uien, rundvlees in dikke plakken (vet smelt door de stooftijd helemaal weg), mergpijpjes, reuzel om in te bakken, winterwortel in stukken, knoflook, rode paprika’s, kleine knolselderij, geschilde en gehalveerde aardappels, tomaten, karwijzaad, komijnpoeder, bladselderij (of bleekselderij), bouillonblokjes, zout, zoet en heet paprikapoeder ('édesnemes'= zoet en 'csípös'= pittig)
Bereiding: uurtje of vier! 
Onze meegebrachte wijn van Hongaarse oorsprong - de druiven door ene Heer Hugo te Akersloot helemaal uit Hongarije geïmporteerd en in onze buurgemeente bewerkt - bleek een voltreffer bij de maaltijd later op de avond. Rundvlees, uien, paprika, aardappels, selderie, valderie, valdera, selderij, tomaten, knoflook en wat niet meer moesten immers een uurtje of vier pruttelen, alvorens de kok kon opscheppen. Ondertussen voorzag hij ons - invoelend - van een overheerlijk apéritiefje, waaraan hij zelf uiteraard ook deelnam. En opscheppen kon hij ...
De maaltijd smaakte voortreffelijk, want de heerlijk zachte ingrediënten streelden onze met de rode wijn besprenkelde tongen. Op de voedingsbodem was niet voor niets vooraf het verrassend borreltje gelegd. Limburg blijft voor ons het Bourgondië aan de Maas.


... voedingsbodem ...




 
... de snelle hand ...
 
... van de keukenmeester ...

Een wandeling door het ons redelijk bekende Maastricht bracht ons opnieuw naar de gewaardeerde, schitterende bibliotheek inclusief Centre Céramique. Met de lift naar de vierde etage (wandelmoeheid sloeg een beetje toe), om vervolgens trapgewijze etage voor etage af te dalen. Aldus kwamen we langs de tentoonstelling over 'Mariabeleving in Limburg', waar tot onze spijt de World Press Photo-expositie net een weekje afgelopen was. Maria Vol van Genade heet dat. Wij namen tijd om op adem te komen, want buiten was het aan de frisse kant.










Natuurlijk hadden we onze inwendige genade al van heerlijkheden voorzien, zoals sop en bruudsje, een harinkie van De Dolfijn op de Markt, een patateke van de beste frietzaak op de Markt en een pinteke en cappuccino als genadig slechte vaste gewoonte. Boekhandel Selecxyz in de kerk is ge-Polare-seerd, zoals ook de heer De Slegte zich aan Polare heeft uitgeleverd. Wat mij betreft is het altijd boeiend om als boekenapostel Petrus zo'n boekenkerk even binnen te stappen. Zeker deze mooie ruime kerk, waar het uitgebreide assortiment honderden bezoekers op een middag aantrekt. Dat is wat anders dan de rust die de bieb uitstraalt, ook al staat daar prachtig glaswerk in de etalage.









 





... het Vrijthof in opbouw voor de Winterspelen ...







 
... grrr, ik lust er nog wel een ...




Op zaterdag sporen wij per NS weer huiswaarts. De wetenschap dat er in het weekeinde aan het spoor wordt gewerkt maakt ons niet vrolijker. Maastricht-Alkmaar zonder overstap verandert in Maastricht-Amsterdam, waar op een overbevolkt eindpunt Centraal Station mag worden gewacht voor de transfer noordwaarts. Van de geboden informatie klopt als gebruikelijk betrekkelijk weinig. Gelukkig is Erna uitermate goed in spoorzoekertje spelen, dus valt al met al de schade van verloren tijd uiteindelijk mee. Wandelend van NS-station Heiloo naar thuisbasis Limmen kunnen we in een stralend zonnetje terugblikken op een geslaagd bezoek aan het zuiden van ons land.

vrijdag 8 november 2013

Los steekje door Leiden

Koetjes en Kalfjes, Malle Jan, 'n Steekje Los, Ratjetoe, Soetenso, Jut & Juul, Dille & Kamille. Idd. Leiden is inderdaad leuk, ik stop het niet In den Doofpot. Leiden is niet in last. Lang geleden kwam ik er voor het laatst. In de Haarlemmerstraat frequenteerde ik mijn AH-Erlebnis. Beroepsmatige visites. Ook legde ik aan het eind van een schriftelijke LOI-cursus (Personeelchef) in diezelfde straat het examen af. Volgens mij in de Stadsgehoorzaal, waar ik anderhalve dag zat te zwoegen en te zweten. Geslaagd vakwerk.

Richting eind 2013 resteerde mijn laatste papieren NS-keuzekaartje om per trein een bestemming te bedenken. Opeens raakte m'n steekje los. Snuffelen in de binnenstad van Sleutelstad Leiden, historische stad met na Amsterdam het meeste water binnen haar poorten. De historische binnenstad van Leiden heeft in totaal 28 kilometer aan grachten en singels. Wie het heeft bedacht weet ik niet, maar het besef dat je bruggen nodig hebt om over al die grachten en singels te komen, is ook hier tot gelding gekomen. Niet minder dan 88 bruggen telde ik! Daaronder de Koornbrug uit 1642, waar koren werd verhandeld, die sinds 1834 de oudste overdekte brug van Nederland is.


Leiden telt ruim 2.800 monumenten, dat aantal heb ik niet nageteld. Van hofjes tot molens en van kerken tot stadspoorten, hun aantal is enorm. Leidens binnenstad is eigenlijk één groot monument met de sfeer van de Gouden Eeuw. Je treft er de nog originele Burcht, staande op een 'motte' (Burchtheuvel). De Waag uit 1657, ontworpen door Pieter Post, een van de belangrijkste bouwmeesters van toen. Het Gravensteen, oorspronkelijk de gevangenis van de graven van Holland, later de stedelijke gevangenis. De executieplaats heette in de volksmond 'het groene zoodje' of 'schoonverdriet'.

De Pieterskerk was de eerste kerk van Leiden. De graaf van Holland wijdde hem in 1121 aan Petrus en Paulus. Door de eeuwen heen werd de kerk onder de naam Sint Pieter groter en groter. Toch voelde ik mij niet vereerd, al verschenen de sleutels die mijn naamgenoot (Petrus) als poortbewaarder (van de hemel) bij zich droeg in het stadswapen van Leiden. 501 Jaar geleden stortte de meer dan honderd meter hoge toren aan de westzijde van de kerk in een nacht in. Hij is nooit meer heropgericht.

Binnen hand- en voetbereik trof ik in Leiden een dozijn musea aan. Het NS-station uitkomend zag ik vrij snel Museum Volkenkunde aan Steenstraat 1. In theorie kon ik hier een wandeling rond de aarde maken. Toch liet ik deze wereldreis in Leiden aan mijn fantasie voorbij gaan. Ruim 200.000 unieke voorwerpen en een nieuwe Boeddhazaal is mij te veel van het goede.

Dat gold ook voor Naturalis aan Darwinweg 2. Dit avontuur levert meer dan 10.000 échte dieren, planten, stenen en fossielen uit de hele wereld. Oog in oog staan met een wolharige mammoet? Moet dat? Mij aan een achttien meter lange dinosaurus vergapen? Ik ben toch ook niet naar Jurassic Park geweest! En het vogelbekdier - Plattypussie - heb ik in het echt proberen te ontdekken. Da's pas avontuur.







Wel stapte ik aan Rapenburg 28 het Rijksmuseum van Oudheden binnen. Hier kon ik Petra's 'Wonder in de woestijn' ontdekken. De oudheid komt in dit museum tot leven met spannende mummies en imposante Romeinse keizerbeelden. Je kunt er oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen ontmoeten en kennismaken met de oudste bewoners van het Nabije Oosten en niet te vergeten van Nederland.

Binnengetreden geraak ik tussen de drukte van oude(re) bewoners uit Nederland, die zich geduldig in twee rijen scharen om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Tussen al dat grijze gedoe vergaat mij de lust om mee te lijden in Leiden. Wil ik echt terug naar de tijd van het oude Egypte, Petra, dan weet ik mijn solutie: mallen voor mummies staan er meer dan genoeg voor de kassa.





... Rapenburg ...
In de zeventiende eeuw ontwikkelde het Rapenburg zich tot de voornaamste gracht van Leiden. De stad ging het voor de wind, rijke kooplieden zochten een plek om hun huis te bouwen. In de loop der eeuwen hebben aan het Rapenburg vele 'beroemdheden' gewoond. Van medicus Boerhaave tot verschillende leden van het Koninklijk Huis, die in Leiden studeerden. Voor mij redenen genoeg om me er niet te vestigen.






De 'Leidse Loper' is een wandeling die de mooiste plekjes van Leiden laat zien. Het is een bewegwijzerde route met op enkele plaatsen borden die achtergrondinformatie geven. Je kunt ook in het voetspoor van de jonge Rembrandt treden. Rembrandt van Rijn werd op 15 juli 1606 in Leiden geboren en woonde er de eerste 26 jaar van zijn leven. Je komt onder meer langs zijn geboorteplek, langs het atelier van zijn leermeester Jacob van Swanenburgh en langs de Latijnse school, waar Rembrandt les kreeg.

Ik zocht als gebruikelijk de rust op de plekken waar stadsrumoer is buitengesloten. Dat kan gelukkig ook in Leiden, want de stad telt liefst 35 hofjes. Deze idyllische plekjes zijn vrijwel allemaal in de binnenstad. Het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan. Als je een dagje ouder wordt/bent, is dat zeer ge-rust-stellend.
Het betekent dat ik het van oudsher belangrijke knooppunt van weg en water nog wel eens zal opzoeken. Samen met Erna, want dat is gezelliger dan alleen, én Leiden beschikt ook over een Hortus botanicus ...