dinsdag 17 september 2013

Pico, de hoge priester op Pico





Pico is een parel onder de Azoreneilanden

Opnieuw staat een vrolijke Ilha Verde-autoverhuurder ons op te wachten, onze naam in vette zwarte letters op een wit plakkaat, om ons opnieuw een feestelijke Ford Fiësta aan te bieden. Prima auto, niettemin ook hier het ritueel van alle schrammetjes, deukjes en andere ongerechtigheden tot op redelijk detailniveau op papier aankruisen. Van de kleinigheden moeten we het hebben, het heeft kennelijk de functie om extra zuinig met de vierwieler om te gaan. Deze heilige koe – op het eiland Pico staan ook duizenden koeien in de wei – brengt ons in no time naar ons Hotel Caravelas, het grootste gebouw van Madalena do Pico, op zo’n twintig kilometer van São Roque.

Het eiland Pico met zijn gelijknamige berg – de hoogste van heel Portugal – is een van de opwindendste van de archipel. De beklimming naar de top van de vulkaan op 2.351 meter zal je je leven lang niet vergeten, ware hij mogelijk geweest. Daarvoor zijn wij te weinig bergbeklimmers (duurt minstens acht uur) en te kort op het eiland om dit te doen. Toch ontkomen we ook hier niet aan deze reus, zoals hij ons met name op Faial ook al achtervolgde. Pico Alto luidt zijn volledige naam. Het is een berg van unieke, majestueuze schoonheid, van een model zoals kinderen een berg graag tekenen. Hij beslaat eigenlijk het gehele westelijke deel van eiland Pico, met aan zijn voeten brede wijnbouwgebieden die sinds 2004 op de UNESCO-werelderfgoed-lijst staan.

Wij rijden ’s middags van Madalena in het noordwesten langs de zuidkust naar Lajes do Pico. In São João lunchen we met gegrilde vis bij een restaurant, waarvan de uitbater via zijn Amerikaanse tongval laat blijken langere tijd in de States te hebben gewoond, maar verkondigt blij te zijn om weer op Pico te wonen. Hij neemt ook alle tijd voor zijn gasten, waardoor wij uitgebreid van het zicht op de oceaan met passerende vissersscheepjes kunnen genieten. Door het hor onder het opengeschoven raam heen verkoelt een heerlijk briesje onze opgelopen temperatuurgevoelens. Het dorpje São João met 423 zielen ligt tussen twee Mistérios. Dit zijn lavavelden die door een vulkaanuitbarsting in 1718 zijn ontstaan en de hele streek begroeven. Er bleef toen nauwelijks een huis staan. De naar het dal vloeiende lavastromen werden door de boeren Mistérios (geheimzinnigheden) genoemd, want zij konden niet verklaren waarom uitgerekend zij de straf van God moesten ondergaan. Inmiddels zijn deze ‘geheimzinnigheden’ onder het groen verdwenen.

Bij Silveira duiken we opnieuw naar de kustlijn om bij cowboy John, in aanwezigheid van zijn vrouw, schoonmoeder en nichtje Liliane, en niet te vergeten de vierjarige, nieuwsgierige hond Nikita (vernoemd naar het lied van Elton John) bij zijn kiosk een overheerlijk notenijsje te verorberen. Geen toerist te zien en slechts een handvol eilandbewoners, je houdt het niet voor mogelijk op dit wonderschone eiland met drie plaatsen op zeeniveau – São Roque do Pico, Madalena en Lajes do Pico –, die niet meer zijn dan grote dorpen.

Lajes do Pico aan de zuidkust is de geboorteplaats van ‘whale-watching’ op de Azoren. Vanuit de hele wereld komen liefhebbers hierheen. Zelfs het stadswapen siert zich met een potwalvis.

Madalena telt met 2.600 inwoners als de grootste stad (het eiland heeft 14.000 inwoners in totaal) en geldt als de toegangspoort naar Faial. Voor die poort liggen twee rotseilandjes, die respectievelijk ‘Deitado’ (de liggende) en ‘Em Pé’ (de staande) heten.

Spreekt men over São Roque do Pico (1.300 inwoners) dan wordt over het algemeen Cais do Pico bedoeld, de meest betekenende goederen- en tweede vissershaven van het eiland. Er is hier zelfs een radiostation: Radio Cais.

Lust om langdurig in de auto te zitten hebben we niet. Dus besluiten we om vanuit Lajes do Pico via de weg over het hoogvlaktemidden van het eiland hotelwaarts te keren. Ook al belemmert het wolkendek – gemiddeld zitten we op 800 tot 1.000 meter hoogte – het uitzicht hier en daar, er doen zich toch adembenemende momenten voor. Vulkaan Pico pal naast je, bovenste helft dik in de wolken, en aan de overkant in stralende zon São Jorge. Naarmate we richting Madalena vorderen komt Faial met het glinsterende Horta duidelijk in beeld. Twee eilanden waar wij ook al zo hebben genoten. Pico is weer anders. Nog mooier? Misschien wel, in ieder geval oogt het rijker dan São Jorge. Op duizend meter hoogte duizelt het van vulkaankegels, weiden met koeien en bossen. Iedere kleur groen die via een schilderspalet te maken is, tovert zich hier in werkelijkheid in beeld.

Morgen, vrijdag, wacht ons na de eerste week een nieuwe, tevens laatste dag op Pico. We zullen zien welk moois ons dan weer te wachten staat, alvorens we in de vroege avond per vliegtuig naar São Miguel, het grootste eiland van de Azoren, vertrekken voor onze slotweek van een reis, die nu al niet meer stuk kan.

NB. Het is nu tegen 18.00 uur in Madalena, bijna een etmaal na Barcelona-Ajax, en ik ken de uitslag nog steeds niet. Ik denk dat ik er onbewust goed aan heb gedaan om me hier afzijdig van te houden, meegaand met de Portugese t.v.-zender, die deze wedstrijd niet uitzond. Laat maar zitten, ik hoor het ooit nog wel eens (of ik wil het niet horen).




























Geen opmerkingen:

Een reactie posten