zaterdag 19 november 2011

Claude Lorrain in Teylers Museum

Teylers Museum in Haarlem presenteert tot en met zondag 8 januari 2012 in samenwerking met Musée du Louvre de allereerste overzichtstentoonstelling ooit van Claude Lorrain (ca. 1600-1682).

Tentoonstelling van wie, zult u zeggen, ... Claude Lorrain??? Nóóóit van gehoord!

Zijn eigenlijke naam luidde Claude Gellée. Hij wordt echter 'Lorrain' genoemd, naar La Lorraine oftewel Lotharingen, het land waar hij vandaan kwam. Waarmee hij met zijn nieuwe initialen CL meteen als topper in de Champions League is neergezet. Maar dat doe ík - voetbalkenner -, als ik samen met Corien en Miep - kunstkenners bij uitstek - op donderdag 17 november 2011 via het antieke Haarlemse NS-station naar het antieke museum aan het Spaarne spoor.


Al hebben wij drieën ook nooit van deze schilder gehoord, via de Teylerse informatiestroom kom je te weten dat Lorrain bij zijn leven al als een zeer belangrijk kunstenaar werd beschouwd. De Franse landschapskunstenaar uit de zeventiende eeuw blijkt tot de belangrijkste meesters in de geschiedenis van de beeldende kunst te behoren. Tot ver in de negentiende eeuw gold zijn werk als dé standaard voor de weergave van het landschap in Europa. Zijn kracht ligt in zijn prachtige verbeelding van de ideale natuur.


Lorrains ideale landschappen sierden de paleizen van pausen, vorsten en adel in heel Europa. De complete Europese jet set van die tijd wedijverde om zijn schilderijen van sprookjesachtige havensteden en idyllische parklandschappen vol verwijzingen naar de klassieke oudheid. Claude Lorrain was zó geliefd dat er in het zeventiende-eeuwse Europa nauwelijks beroemdere kunstenaars te vinden waren.


Claude Lorrain specialiseerde zich in de inbeelding van het Arcadische landschap: een geïdealiseerde, zonovergoten wereld waarin herders en mythologische figuren zich verpozen tussen altijd groene bomen, klaterende beekjes en klassieke gebouwen. Ook de revolutionaire tekeningen, die hij direct in de natuur maakte, waren gewilde verzamelobjecten. In 1790 verwierf Teylers Museum in Rome een grote collectie tekeningen, waaronder maar liefst 85 werken van Claude Lorrain.

Daarna ... werd het in Nederland héél stil rond deze kunstenaar. Hier was men vanaf de negentiende eeuw vooral in de éigen Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw geïnteresseerd. Daardoor is bij ons het besef van de enorme invloed van Claude Lorrain verloren gegaan.


Vanuit musea in de Verenigde Staten (onder andere uit het Museum of Fine Arts in Boston, waar Erna en ik onlangs nog waren) en Europa zijn topstukken van Lorrains schilderkunst in Haarlem aan de tekeningen toegevoegd. Zijn grootste en meest ambitieuze schilderij - Landschap met Apollo en de muzen - uit de National Galleries of Scotland is bij hoge uitzondering aan Teylers Museum in bruikleen gegeven.

Over het licht in de doeken van Rembrandt en Vermeer zijn boeken volgeschreven. Claude Lorrain was de meester van het gouden licht. Hij was de eerste kunstenaar die de zon centraal durfde te stellen. Zijn gouden Italiaanse licht werd wereldberoemd. 's Ochtends vroeg en 's avonds zwierf hij door het landschap rond Rome om het licht te doorgronden en op papier en doek te vangen. Grote kunstenaars als Constable, Turner en Corot  lieten zich door zijn werk inspireren. In Engeland werden landschapstuinen naar voorbeeld van zijn schilderijen aangelegd, compleet met klassieke bouwwerken.

De wereld draait door, terwijl de in mist gehulde molen 'de Adriaan' (oorsprong in 1779) langs het grauwe Spaarne stilstaat. Met twee kunstminnende dames op (hoge) leeftijd kuier ik er langs. Adriaan, ooit goed voor tufsteen, tabak en graan, ging in 1932 volledig in vlammen op. De herbouw startte pas in 1999 (geldperikelen, vermoed ik) en in 2002 werd Adriaan opgeleverd. Hooggebouwd op de fundering van de Goevrouwetoren, een deel van het oude vestingwerk van Haarlem. Hoge molens vangen veel wind, alleen vandaag niet.

de Adriaan



Wij kuieren verder door knusse straatjes met authentieke sfeer uit een ver verleden.
Vrouwestraat, Bakenesserstraat en -gracht, 't Krom. We zakken door de Zakstraat via Jansstraat en Jansweg af naar het station en opeens bedenk ik dat ik Joost Zwagerman maar eens moet informeren. Zo goed als hij dat kan, mag hij in de Volkskrant of aan tafel bij Matthijs van mij een lyrisch verhaal aan CL wijden. Dat zou veel interessanter en waardevoller zijn dan al dat banale getoeter over grote ego's uit de foeballerij die elkaar het licht, dat Lorrain zo schitterend op doek weet vast te leggen, niet in de ogen gunnen.


Joost Zwagerman, dóe er wat an!
Kunst ligt, óók in Haarlem, voor het oprapen!!!









1 opmerking:

  1. Ondanks de mist toch een mooi uitstapje. Hier zien we al meer dan een week geen hand voor ogen, nu iets meer misschien, maar de wereld is heel klein. In een stad is dan meer te zien.

    BeantwoordenVerwijderen