vrijdag 1 maart 2013

Dat ging naar Den Bosch toe


               
                  Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje   
       Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve meid
             Wat zullen wij daar drinken, zoete lieve Gerritje
Wat zullen wij daar drinken, zoete lieve meid?
                             Brandewijn met suiker, zoete lieve Gerritje
       Brandewijn met suiker, zoete lieve meid
            Wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje?
Wie zal dat betalen, zoete lieve meid?
                  Den eerste boer den beste, zoete lieve Gerritje
      Den eerste boer den beste, zoete lieve meid

                                 (De laatste regels worden ook wel vermeld als:)
           Den boer die wij gaan halen, zoete lieve Gerritje
Den boer die wij gaan halen, zoete lieve meid

Centraal Station 's-Hertogenbosch
Ooit stond hier het fraaie station van Eduart Cuypers, kapotgeschoten in de oorlog. Het enige wat behouden is, zijn de geel gerande overkappingen. Het huidige station, voltooid in 1998, is een ontwerp van Rob Steenhuis. Het station heeft een transparante uitstraling gekregen om de veiligheid van de passanten en reizigers te waarborgen.


Donderdag 28 februari 2013. Een 'zoete lieve Gerritje' was ik nooit. In 's Hertogenbosch alias Den Bosch laat ik wel mijn gezicht zien. Net als vorige week tijdens een dagje Deventer: niet echt gezellig, matig en koud weer. Stukje wandelen door het stadshart, de inwendige mens wat versterken, om vervolgens per Intercity rechtsomkeert te maken. Die rijdt - zie www.ns.nl - linea recta tussen Alkmaar en Maastricht v.v., met tussenstops in Zaandam, Sloterdijk, Amsterdam CS, Utrecht en - gelukkig - Den Bosch.
NS beweert dat je niet hoeft over te stappen. Nee, nee. Vorige week was het helemaal puinhoop - 'mijn' Intercity kwam gewoon niet opdagen - dit keer rijdt 'mijn' Intercity (10.01 uur uit Heiloo) niet verder dan de hoofdstad van ons land. Reizigers moeten op CS zelf hun weg maar zien te vinden, van het omroepen van enigerlei nadere informatie is geen sprake. De spoorwegen in optima forma. Zij blijven zich blameren.


Drakenfontein
De draak wordt gezien als bewaker van de stad ‘s-Hertogenbosch. Het dier staat met de rug naar de ‘vijand’, die vanuit het station de stad onveilig komt maken. De fontein is een geschenk van Bosch van Drakenstein, commissaris van koning Willem III voor Noord-Brabant. Na zijn dood laat hij een legaat na voor het oprichten van een monument ter nagedachtenis aan zijn tweelingdochters, die op 16-jarige leeftijd daags na elkaar sterven. Zijn vrouw overlijdt een jaar later.
J. Dony ontwierp deze ‘drakenfontein’. Op de sokkel: een koperen draak met het familiewapen, waarop de tekst: virtute et labore (deugd en arbeid). Aan de zijkant van de fontein bevindt zich een symbolische voorstelling: een vrouw met twee dochters, waarvan één een aalmoes geeft aan een bedelares. “Ze blonken uit in liefdadigheid”.

De huizen aan de Stationsweg zijn tevens het werk van architect J. Dony.


Om de binnenstad op stelten te zetten, loop ik aan de koperen draak voorbij, in de richting van het stadscentrum. Het monster spuwt geen vuur. Ik zie er ook niet vijandig uit, integendeel. Iets verder passeer ik aan mijn rechterhand een overbevolkte banketbakkerij annex lunchroom. Binnen zijn het vast allemaal vrienden van de Bossche Bol. Zij hoeven voor de draak geen enkele angst te hebben.
'Zal ik naar binnen stappen?', twijfel ik.
Ik kijk door het raam, zie veel manschappen voor de toonbank en ontdek geen enkel vrij tafeltje! Dit moet hoe dan ook de zaak van de wereldberoemde Bossche Bollen-bakker Jan de Groot zijn!
Hoe groot wil je ze hebben, die dikmakers? ...
Een bezoek aan Den Bosch verplicht mij zo'n overheerlijke bol te nuttigen dan wel mee naar huis te nemen. Ik hoor het onze Limburgse Marianneke nog zeggen.
Ik overwin mijn innerlijke strijd en weet de verleiding te weerstaan. Drukte en geen plekkie vormen goede excuses om het lekkere-trek-gevecht te staken, nietwaar.

Zoete Lieve Gerritje vertoeft een eind verderop, aan het water, op de hoek van de Korenbrugstraat en de Lepelstraat. De benaming is bekend uit het liedje 'Dat gaat naar Den Bosch toe', een volksliedje dat op 's-Hertogenbosch betrekking heeft. 'Gerritje' is uitgebeeld als boerendochter, die met een vette haan naar de Bossche markt gaat. Maar was zij echt zo zoet en lief? Kon zij zomaar de koperen draak passeren?
Hoogste tijd om de waarheid eens uit de doeken te doen.

Eind 1800 leefde in deze contreien ene Gerrit, een gevaarlijke bandiet die de Meierij onveilig maakte. Wanneer hij op rooftocht ging, was ‘de eerste boer de beste’ die hij tegenkwam de klos. Met de geroofde buit ging Gerrit samen met zijn kornuiten feest vieren in herberg De Pettelaer. Met een mandje aan de arm trad hij daar dan op als boerendochter ...
Uiteindelijk is het Gerrit niet goed vergaan. Hij werd in Amsterdam gepakt en opgehangen. Zijn galgenmaal bestond uit een brandenwijntje met suiker.

Ik vervolg mijn route door het straatje omhoog dat naar de Markt loopt, naar het hoogst gelegen punt van de stad. Hier is Den Bosch ontstaan op een hoge zanddonk te midden van moerassen, waterstroompjes en het bos van de hertog. Dit was een prima locatie om handel te drijven en te verblijven. Met toestemming van de hertog werden bomen gekapt en daarvan werden rond de centrale handelsplaats huizen gebouwd.
In 1185 kregen de bewoners stadsrechten. Om gevrijwaard te blijven van vijandelijke invallen werd er begin 13e eeuw een muur om de nederzetting gebouwd. Deze eerste stadsmuur wordt in de stad aangegeven met een zwarte ‘belijning’ in het plaveisel. Ook de ronde stadspoorten worden op deze manier aangeduid. Omdat de stad al spoedig uit z’n jasje groeide, werd deze muur in 1318 afgebroken. Elders werd een tweede muur opgetrokken. De huidige vorm van de stad heeft te maken met  uitbreidingen die eind 14e en begin 15e eeuw plaatsvonden. 

Stadhuis


De voorgevel van het stadhuis is in 1670 opgetrokken in Hollands Classicistische stijl. Het ontwerp komt van architect Pieter Minne. Hij wilde dit stadhuis op het paleis op de Dam doen lijken.
Het stadhuis bestond oorspronkelijk uit drie woningen, waarvan het middengedeelte - uit 1345 - het oudste was. In 1370 werd het aan weerszijden met twee woningen uitgebreid. Naar aanleiding van een binnenbrand in 1670 werd een geheel nieuwe voorpui van Bentheimer steen gebouwd. Deze steen lijkt - zwart gekleurd - erg aangetast. Dit is echter een bewust aangebrachte beschermlaag tegen weersinvloeden. Tijdens de verbouwing bleek het smalle pandje, geheel rechts van het stadhuis, op instorten te staan. Als troost kreeg de bewoonster een zelfde soort voorgevel als het stadhuis. Tegenwoordig is het 't smalste pandje van de stad! In de stadhuisgevel draaien om het uur de pèrdjes van Jacob Roman.  
Het fronton (de driehoek bovenin de gevel van het stadhuis) staat bol van de symbolische afbeeldingen. Het stadswapen wordt geflankeerd door twee wildemannen. Het oudste deel van het wapen is de lindeboom uit het bos van de hertog. De rode leeuwen op het wapen zijn Limburgse leeuwen (de hertog was tevens Heer van Maastricht) en de gouden leeuwen zijn de Brabantse leeuwen. Dankzij Max v. Oostenrijk kwam er nog een dubbelkoppige adelaar bij.
Aan weerszijden van het wapen: twee liggende stroom- of riviergoden van de Aa en de Dommel, met links de hoorn des overvloeds en rechts de hoorn waaruit de jachthonden van de hertog kruipen.


Standbeeld Jeroen Bosch
Dit standbeeld is in 1929 door beeldhouwer August Falise gemaakt, in brons. Jheronimus Bosch, beter bekend onder de naam Jeroen Bosch, werd geboren in Aken en is getogen in Den Bosch, aan de Markt in het ‘groene’ huis waar hij voor staat: 'De Kleine Winst’.

Bosch signeerde zijn schilderijen met de plaats waar hij schilderde: Bosch. Hij leefde in een roerige tijd. Een tijdvak met pestepidemieën, stadsbranden, executies op de Markt van misdadigers, heksenverbrandingen, en meer. Deze ellende moet van invloed zijn geweest op zijn werk, dat vooral angst, afschuw, zonde en rampspoed verbeeldt.
In Den Bosch is van zijn originele werken niets bewaard gebleven. Voor geïnteresseerden is een bezoek aan het Jeroen Bosch Art Center moeite waard. Hier is een compleet overzicht van zijn werken te bewonderen. Dit centrum is gevestigd in de Jacobskerk in de Hinthamerstraat (meer informatie: www.jheronimusbosch-artcenter.nl).

 Jheronimus Bosch



... Heilige Jan ...



... van buiten ...



... en van binnen

Sint Jans Kathedraal

Mijn eerste indruk: de toren past niet bij de kerk. Of is het zo dat de kerk niet bij de toren past. Ook moet ik op een of andere manier aan de Sagrada Familia in Barcelona denken. Maar daar was ik lang geleden.

Er is wel een verklaring voor mijn eerste indruk. Rond 1220 begon men met de bouw van een bakstenen romaanse kerk buiten de stadsmuren. Deze kerk werd aan St. Johannes de Evangelist gewijd. Van de huidige kerk is alleen het onderste deel van de 13e eeuwse toren overgebleven. De romaanse kerk werd al snel te klein. Daarom is men eind 14e eeuw aan de achterzijde van de bakstenen kerk begonnen met de bouw van een nieuwe, laatgotische kerk. Daarbij werd deze gotische kerk over de bestaande romaanse kerk heen gebouwd!
De bedoeling was dat ook de toren in de gotische stijl zou worden opgetrokken, maar in 1550 vond men het welletjes. Men frotte de kerk tegen de bestaande toren aan, waarvan het onderste deel een gotische ‘schil’ kreeg. Later is de toren tot de huidige hoogte verhoogd.
In het portaal van de kerk bevindt zich op de linker muur een schematische afbeelding van de toren, waarop de diverse bouwfasen worden aangegeven. Vanuit de Kerkstraat zijn de luchtboogbeeldjes goed te zien. Er zijn in totaal 96 uit steen gehouwen figuren, die overwegend schrijlings zittend op de bovenste luchtbogen van de kathedraal zijn weergegeven. De figuren hebben een beroeps- en beeldthematiek: van steenhouwer en smid tot draak, aap en hond.


... op de dag ...



... dat paus Benedictus XVI stopt ...



... goh ...


... die Sint Jan

Parade, het plein naast de Sint Jan Kathedraal


Dit plein dankt zijn naam aan het feit dat het tussen 1749 en 1935 een militair exercitie- en paradeterrein was. Nu is het een vooraanstaande evenementenlocatie, een soort Vrijthof zoals Maastricht dat kent.
Aan de parade ligt de Bossche schouwburg, het 'Theater aan de Parade'. De Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch heeft aan de Parade een eigen pand op nummer 12, op de hoek van de Lange Putstraat. Hier kun je stadswandelingen, themawandelingen, rondleidingen in de St. Jan(s toren) of een rondleiding in het naastgelegen museum De Bouwloods boeken. Ik heb het allemaal niet gedaan, maar ben wel van plan om met Erna een keer in deze stad terug te komen. Wellicht maken we dan ook een boottochtje. 


... (bomen) Parade ...


... aan de voet ...



... van de Sint-Jan kathedraal



... in het Hart van Brabant! ...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten