zondag 3 april 2011

Op zoek naar het witte goud

Heeft het najaar mij wel eens voor de druivenpluk naar de wijngebieden rondom Bordeaux gebracht, dit voorjaar steekt het meedoen aan een zoektocht naar het Limburgse boterzachte ‘witte goud’ de kop op. De Volkskrant van vrijdag 1 april j.l. kopt ‘Aspergefeest’ boven een pagina vol ‘Lessen in lekkers’.
Dit jaar moet het er daarom van komen. Al bij het aantreden van de lente loopt mijn goudkoorts in gedachten op naar de terrashoogten van noord-Limburg. Ik besluit een weekje tussen de spargels door te brengen. Een klein gedeelte van de oogsttijd die eind juni uiteindelijk in het slotfeest ‘St. Jan’ uitmondt. Ik hoor u nu zeggen: Wat? Asperges? Nu al?

Het seizoen is officieel begonnen. Jeroen Meus, bekendste tv-kok van België, kocht afgelopen week de eerste asperges uit de volle grond van zijn teler. Hij kon gewoon niet wachten en zette vrijdag het witte goud (met kalfskop) op de kaart van zijn Leuvense restaurant Luzine. Alain Ducasse, de Franse driesterrenkok, zei ooit dat het begin van een nieuw seizoen de mooiste tijd is voor een chef-kok.
“Dat vind ik ook”, aldus Meus. “Ik ben de kolen en de spruiten van de winter beu!”.

Ik ga naar het historische Arcen, een magnifieke uitvalsbasis. Het glooiende Limburgse heuvellandschap is niet alleen mooi, je kunt er ook heerlijk fietsen tussen bloeiende boomgaarden en fluitende vogels, vooral als de zon zijn aangename gezicht vertoont.
In mijn eigen woonomgeving zijn we tijdens de bloembollenperiode gewend aan grote aantallen Polen, die werk komen verrichten dat aan Hollanders niet is besteed. Tijdens het aspergeseizoen is dit in het Limburgse niet anders. Polen, Polen en nog eens Polen steken ’s morgens vroeg naast medelagelanders hun handen uit de mouwen om op grote zandvlakten met lange rijen precisiewerk te verrichten. Want dat is het aspergesteken: precisiewerk. Zodra de aspergekop een barst in het zand heeft gemaakt, snijden ze met een speciaal mes een voor een de stengels af. Razendsnel, omdat het witte goud bij blootstelling aan teveel zonlicht groen gaat kleuren. En Limburg - anders dan bijvoorbeeld Italië - staat bekend om zijn wítte asperges.

Asperges worden in Nederland sinds de negentiende eeuw op grote schaal geteeld. Noord-Limburg is sinds de eerste wereldoorlog het belangrijkste productiegebied geworden. Grubbenvorst met zijn veiling staat bekend als het centrum. Hier zijn de spargels het lekkerst, het volst, het rondst, het witst, kortom het smaakvolst.
Sfeervolle dorpjes als Arcen, Grubbenvorst en Horst vormen de aspergeroute. Onderweg kun je het aspergemuseum bezoeken en een echte aspergelikeur proeven. De kasteeltuinen van Arcen mag je natuurlijk niet overslaan.
De bosrijke omgeving van Arcen is een oase van rust en ruimte. Een termaalbad borrelt geneeskrachtig mineraalwater omhoog vanuit bijna negenhonderd meter diepte. Zo diep hoef je als aspergesteker niet te gaan. Al wordt de grond rond de plant wel een halve meter opgehoogd om de scheut zijn weg naar het licht in het donker te laten zoeken.

Het fallussymbool uit Limburg - gewenste lengte ongeveer 22 centimeter - wordt ook wel de ‘Koningin der groenten’ genoemd. Qua titel lijken de roos oftewel ‘Koningin der bloemen’ en de blauwe bes alias ‘Koningin der bessen’ concurrenten, maar zij halen het niet bij de superieure kwaliteit van het medicijn tegen bijensteken, hartproblemen, duizeligheid en tandpijn. Daarnaast wordt de ‘Koningin der groenten’ ook aangeprezen als afrodisiacum. Na het nuttigen van asperges ontdekte Julius Caesar immers dat zijn liefde voor Cleopatra een extra stimulans kreeg.

In ieder geval zijn de liefhebbers het erover eens. Het boterzachte, witte goud uit Limburg is kaarsrecht met voldoende lengte, kent geen verkleuring aan de kop, geen open kop, is niet hol en vertoont geen beschadigingen of roestbruine plekken. Nee, het heerlijke groentegerecht, traditioneel voorzien van ham en ei en daarnaast een goed glas witte wijn, heeft een mooi, regelmatig uiterlijk. Dat het in de asperge voorkomende aminozuur ‘asparagine’ de nierfunctie stimuleert, moeten we op de koop toenemen, zo ook de zwavelgeur waarvan de urinoirs zijn doordrenkt. Zou dat in de tijd van de Egyptenaren ook het geval zijn geweest? Dat zij de asperge al kenden, blijkt uit de afbeeldingen in de piramide van Sakkara, waarop de groente als speciale offergave diende. Maar het was Madame de Pompadour die juist aspergepuntjes op haar weelderige en flamboyante feestjes voor intimi presenteerde. Jammer dat ik niet meer naar zo’n partijtje kan. Maar eind juni kan ik tijdens het slotfeest ‘St. Jan’ nog altijd de puntjes op de i gaan zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten