dinsdag 20 maart 2018

Recensie ‘Het huis van de drenkelingen’

Ademloos lees ik de prachtig gebonden, handzame roman van Guillermo Rosales (1946-1993), uitgegeven door Atlas Contact. Een aangrijpende novelle in 136 bladzijden (groot lettertype) met een helder nawoord van Ivette Leyva Martínez.
Á-dem-loos, want het verhaal is angstaanjagend rauw, maar zeer indrukwekkend. In het opvanghuis voor psychiatrische gevallen ‘Boarding Home’ neemt de schrijver - onder pseudoniem William Figueras - zijn lezers in de ‘ik-vorm’ mee in een reis naar de donkerste uithoeken van het menselijk bestaan. Van het doeltreffende taalgebruik word je als lezer bepaald niet vrolijk. In eenvoudige, droge bewoordingen legt Figueras een leefwereld bloot vergelijkbaar met de hel, waarbij hij ook zijn eigen gedrag daarin niet schuwt weer te geven. Een wereld vol vernederingen, smerigheid, stank, verwaarlozing, fysiek geweld, misbruik en corrupte opzichters.

Het nawoord van Martínez begint met ‘Weinig Cubaanse schrijvers zijn zo’n toonbeeld van frustratie, genialiteit, kwellende ontevredenheid en waanzin als Guillermo Rosales. Hij stierf op 47-jarige leeftijd, arm, alleen en vergeten; hij vernietigde het grootste deel van zijn werk en publiceerde tijdens zijn leven slechts één - sterk autobiografisch getinte - korte roman, Boarding home’.

Rosales is een in Havana geboren schizofrene journalist en schrijver. Hij ontvlucht het regime van Fidel Castro en trekt zich terug in Miami (Florida), waar hij in ‘halfway houses’ terecht komt, vluchtplaatsen voor wanhopigen en hopelozen. Voor hij in 1993 in Miami zelfmoord pleegt, vernietigt hij het merendeel van zijn werk.

Zijn boek Boarding Home (in het Engels bekend als The Halfway House), is een danteske dimensie van het leven, allitereert Martínez. Deze unieke klassieker uit de Cubaanse literatuur laat vrijwel niemand onverschillig. Met meedogenloze precisie schetst Figueras een duivelse kring, waarin onfortuinlijken veroordeeld zijn tot het in eeuwigheid doorlopen van een mensonwaardig bestaan. Het is de getuigenis van zijn leven in de Verenigde Staten, dat zich afspeelt in boarding homes, afgewisseld met verblijven in psychiatrische inrichtingen, armoedige hotels en goedkope appartementen. Zeven jaren, getekend door hulpeloosheid, armoede en verval.

In Martínez’ nawoord lees ik dat Guillermo Rosales in zijn jeugd een onvermoeibare fantast was. Als volwassene veranderde dat in tragische ondoorzichtigheid. Boarding Home is een afspiegeling van zijn periode in een van de tehuizen waar hij woonde. Onzeker en ontevreden over zijn werk als schrijver beleeft Rosales het gelukkigste moment in zijn leven als hij op zijn veertigste erkenning krijgt. Octavio Paz kent hem in 1987 de ‘Premio Letras de Oro’ toe, ingesteld door de universiteit van Miami. Daarna raakt Guillermo Rosales in het isolement van vergetelheid en besluit hij een einde aan zijn leven te maken. 

Na zijn dood heeft het werk van Rosales niet veel erkenning gekregen. Mij lijkt dat ten onrechte, gezien de verschijning van zijn Boarding Home in VS, Canada, Engeland, Duitsland en Brazilië, de verfilming met Gael García Bernal in de hoofdrol én, in februari van dit jaar, de eerste druk in het Nederlands. 


‘Het huis van de drenkelingen’, uit het Spaans vertaald door Arie van der Wal, kan ik - ondanks de naargeestige aard van het onderwerp - door de literaire kwaliteit warm aanbevelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten