maandag 29 november 2010

Een maandag in het midden van november leek Erna en mij geschikt voor een bezoek dat geen van ons beiden ooit eerder heeft afgelegd. In stevig bewolkt maar droog weer betreden we de grootste begraafplaats van Parijs. Bij de entree kopen we een plattegrond van de Fransman, die daar ook ansichtkaarten van beroemdheden verkoopt.
Eenmaal binnen de omheining valt een stilte over ons. Het 'Land van de Dood' ligt als een mythische vesting tussen de geluiden en het rumoer van de stad. De plek lijkt gehuld in nevelen van geschiedenis, geheimen, legenden.
Onze met respect gevulde voettocht start in de Avenue de l'Ouest. Het is dat we over 'un plan' beschikken, anders zouden we niet weten waar wij tussen de talloze graven die van de beroemdheden moesten zoeken.
De begraafplaats is een soort park met mooie bomen. In het labyrinth van wegen en zijwegen staan hier en daar verse bloemen, foto's of andere herinneringen op grafstenen.
Wij gingen in dit pantheon vanuit een muzikale invalshoek op zoek. Zo ontmoetten we onder meer de componist Chopin, vlakbij het Carrefour du Grand Rond. Als een soort geschiedenisles troffen we de ene grote naam na de andere aan: Chopin, Rossini, Georges Bizet. Ook beroemde niet-musici als Hausmann, Modigliani, Marcel Proust, Delacroix, Molière, La Fontaine.
Het is maar goed dat het geen zondag is. Dan is Père Lachaise een geliefde wandelplaats voor de Parijzenaars, dan laten zij hun kinderen er ongecompliceerd ravotten. Het verhaal gaat ook dat 's nachts op dit oude kerkhof de wonderlijkste zaken gebeuren. In ieder geval staat vast dat bepaalde graven zijn geplunderd. En ook dat de vinger van het grafbeeld van Chopin en het geslachtsdeel van Oscar Wilde regelmatig worden afgebroken.
Na Chopin vervolgden wij onze zoektocht naar het veelbezochte graf van Jim Morrison. Daar staan steevast fans bijeen, wij wachtten onze beurt kalm af. Want hoe verbazingwekkend ook, de nog altijd aanbeden jong overleden zanger rust eigenlijk in een hoekje achteraf.
Aan de laatste rustplaats van een grote zangeres uit onze jeugd liepen wij - niet als enigen - een paar keer voorbij. Kwam dat doordat zij zo klein was? De naam Piaf stond toch echt leesbaar vermeld, en ook de naam van Edith's jonge echtgenoot.
De bronzen buste van Allan-Kardac, de grote spiritualist en filosoof, hebben wij niet beroerd, zoals menigeen pleegt te doen. Erna en ik zijn niet bijgelovig, wij vervullen onze wensen zelf. Bijvoorbeeld na afloop van het bezoek, met een stokbroodje camembert en rauwe ham, begeleid door een cappuccino voor Erna en een Heineken-pilsje voor mij, in een brasserie om de hoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten